18
14
Recapitulatie van het ingevoerde vleesch.
3.400.460 K.G.
K.G.
Uit het binnenland
4.413.040 K.G.
Totaal
VI. VLEESCHOMZET IN 1925.
In K.G. (gedeeltelijk geschat).
DIERSOORTEN.
Verbruikt.
Ingevoerd.
Totaal.
4.413.040| 18.227.000
13.813.960'
18.194.196
Versch vleesch en vet uit:
Denemarken
Engeland
Duitschland
België
Frankrijk
Voor de finaneieele uitkomst wordt verwezen naar het „Ad
ministratief overzicht”, hoofdstuk V.
Runderen
Paarden
Kalveren
Varkens
Schapen en Geiten
Ver
nietigd.
I
i Afkomstig
van
ter plaatse
geslacht vee.
5.763.175
325.625
1.242.560
6.367.525
115.075
3.974.071
133.419
35.638
266.024
3.888
5.650
249.033
2.538
56.265
31.534
9.737.246
459.044
1.278.198
6.633.549
118.963
345.020
667.560
9.723.961
448.218
1.276.909
6.626.274
118.834
Uitgaande van het aantal inwoners op 1 Juli 1925 (394.456)
bedroeg de vleeschomzet per hoofd 46,12 K.G., beenderen inbe
grepen.
I
13.285 i
10.826
1.289
7.275
129 1
Bevroren- en gekoeld vleesch en vet uit:
Argentinië3.107.438 K.G.
Uruguay244.725
Nieuw-Zeeland48.297
32.804
VERSLAG VAN HET OPENBAAR SLACHTHUIS.
9f