18 21 VERSLAG VAN HET OPENBAAR SLACHTHUIS. J. PATIJN. Burgemeester en Wethouders van s-Gravenhage, De Secretaris, TER PELKWIJK. en „Ijsfabriek”, f 8.049,20, tegen respectievelijk f 204.098,29, f 23.797,85 en f 18.411,45 in 1924. Geslacht werden 95.150 dieren, tegenover 88.810 in 1924, eene vermeerdering dus van 6.340 stuks. Ter keuring werd ingevoerd 4.413.040 K.G. vleesch, tegen 5.890.492 K.G. in 1924, d. i. een achteruitgang van 1.477.452 K.G. Gevoederd zijn 22.736 dieren gedurende 29.727 etmalen. De vleeschomzet per hoofd verminderde van 47.65 K.G. in 1924, tot 46,12 K.G. Het pekelhuis en de vriesinrichting waren het geheele jaar ver huurd en van het vruchtenkoelhuis werd weder een druk gebruik gemaakt. Door de oprichting van twee particuliere ijsfabrieken, in de nabijheid van het Slachthuis, verminderde de ijsverkoop van 4.455.200 K.G. tot 3.795.775 K.G. of met 659.425 K.G. Door prijsverlaging van het duinwaterijs daalde de gemiddelde opbrengst per 1000 K.G. van f 12,ll5 tot f 11,865, terwijl de kostprijs, door het fabriceeren van ijs van gedistilleerd water en door ver mindering van den omzet, steeg van f 8,tot f 9,82 per 1000 K.G.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1925 | | pagina 509