19 14 Standplaatsen. 6.315 7.063 5.394 7.238 5.918 5.485 Tegen 15 personen werd proces-verbaal opgemaakt wegens het innemen van een standplaats, zonder daartoe vergunning te hebben, terwijl 2 personen werden geverbaliseerd wegens het verkoopen van hunne waar vóór het aanvangsuur, voor de markt bepaald. Ook werd tegen 6 personen, die in de omgeving van het marktterrein standplaats innamen om hunne artikelen te verkoopen, proces-verbaal opgemaakt. Het aantal vaste standplaatsen bedraagt op Maandag 441, op Vrijdag 391 en op Zaterdag 284, waarvan onderscheidenlijk 66, 55 en 31 worden ingenomen door personen, die buiten deze Gemeente woonachtig zijn. Gedurende het verslagjaar bedroeg het aantal uitgegeven standplaatsen, met inbegrip van de vaste plaatsen, over de ver schillende maanden als volgt: Januari 5.744 Februari 5.206 Maart5.773 April5.934 Mei6.468 Juni6.764 Juli Augustus September October November December terwijl aan marktgeld in totaal werd ontvangen f 31.558,20. 63 marktvergunningen, als bedoeld in art. 44 der verorde ning, vervielen door overlijden of werden ingetrokken. Als gevolg van de omstandigheid, dat door het steeds druk ker wordend verkeer het marktterrein moest worden beperkt, werden nieuwe vergunningen gedurende het verslagjaar niet verleend. Verplaatsing der In verband met de verkeersbelangen kwam de vraag naar markt. voren, of op den duur de markt wel op haar oude plaats gehand haafd zou kunnen blijven en of het niet wenschelijk was, reeds nu maatregelen te nemen om haar naar een ander terrein te verplaatsen. De beantwoording dezer vraag werd door Burge meester en Wethouders in handen gesteld van de Commissie voor zaken betreffende het Marktwezen en het Levensmiddelen vraagstuk. Hoewel na ampele overweging genoemde Commissie de nood zakelijkheid bepleitte om de algemeene markt zoo spoedig mogelijk te verplaatsen en wel naar een terrein aan de Herman Costerstraat en voorts adviseerde met de voorbereiding tot het daartoe in orde brengen van dat terrein zonder uitstel een aan vang te maken, besloten Burgemeester en Wethouders voor- loopig geen daartoe strekkend voorstel aan den Raad te doen, daar zij eerst wenschen af te wachten, hoe het verkeer zich langs de Prinsegracht zal ontwikkelen. VERSLAG GEM. DIENST VAN HAVEN- EN MARKTWEZEN.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1925 | | pagina 537