22 29 torium. De behandeling van scabies, die met geneeskundig toezicht Scabiës-ambula- onder leiding van den chef van dienst en dan uitsluitend des avonds plaats vindt in een der onder den Ontsmettingsdienst ressorteerende woningen aan den Parallelweg, geschiedt, al dan niet na voorafgegane ontluizing, volgens een methode, die met inbegrip van bad een zestal dagen in beslag neemt, welke kuur ook voor de erge graden afdoende is gebleken en die besloten wordt door een ontsmetting van lijf- en beddegoed. De kuur werd ondergaan door 146 personen tegen 188 in 1924. Het aantal huisbezoeken, ter bewerking van onwillige, resp. onverschillige personen gebracht, bedroeg 13 tegen 21 bezoeken in 1924, waarbij ook de schoolzusters haar gewaardeerden steun verleenden. Voor den Dienst voor Maatschappelijk Hulpbetoon en voor Observatie- inrichting. de Kinderpolitie werden 85 kinderen en jongelieden opgenomen, onderzocht en verzorgd, terwijl het aantal geholpen personen, bestemd voor de Tehuizen voor Onbehuisden, 160 bedroeg. De omstandigheden brengen vaak mede, dat aan de opgeno- menen nogal het een en ander te dokteren valt; de observatie- inrichting vervulde daardoor behalve die van kontröle-station tot wering van besmetting niet zelden de taak eener doorgangs- kliniek. Deze dingen verdienen de bijzondere aandacht; want hoe grooter en veelzijdiger de eischen worden, die aan de inrichting moeten worden gesteld, hoe meer het schikken en plooien wordt, om het met het bestaande te maken. De vorig jaar gekonstateerde daling van het aantal nieuwe Geslachtsziekten patiënten op het avondspreekuur der Alexanderpolikliniek kwam bestrijding, tot stand en kompenseerde zich, ongeveer tot het cijfer van 1923; er werden 392 nieuwe patiënten gerapporteerd met 9660 konsul- ten, zijnde dit laatste cijfer ongeveer 1500 hooger dan in 1924. Op de Algemeene Haagsehe Polikliniek bleef de toestand stationnair; het avondspreekuur ging nog ietwat verder achter uit in nieuwe patiënten n.l. 454 tegen 471 vorig jaar, terwijl het aantal behandelingen eenigszins steeg, n.l. van 11761 in 1924 tot 12240 in 1925. De omvang onzer bemoeiingen tot opsporing van personen, die anderen hadden besmet, bleef ongeveer dezelfde. Ook de dit jaar overgelegde cijfers zouden bij uitwerking in details wel een en ander te vermelden waard opleveren; trouwens het geheele vraagstuk, ingewikkeld als het in wezen is, vraagt eene ietwat uitvoeriger behandeling, waarvoor een volgend jaar de gelegenheid moge zijn gekomen. VERSLAG GEMEENTELIJKE GENEESKUNDIGE DIENST.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1925 | | pagina 637