23 4 Voor plaatsing op verschillende ambachtsscholen meldden zich 548 kinderen aan. Enkelen konden slechts een attest bekomen na herhaald onderzoek of na een opgelegde specialistische be handeling. Het Gemeentelijk bureau voor beroepskeuze zond 145 kinderen ter keuring. Onderzoek van Het medisch-paedagogisch onderzoek der candidaten voor de leerlingen van verschillende scholen voor buitengewoon lager onderwijs om- de scholen voor vatte in 1925: 307 leerlingen (197 jongens en 110 meisjes), buitengewoon Voor de openbare b.l.o.scholen werden 243 leerlingen (158 lager onderwijs. _jonj2,erlg en gg meisjes) opgegeven en onderzocht. Van dezen werden 60 (44 jongens en 16 meisjes) te weinig achterlijk of nog te jong voor de b.Lscholen bevonden. Geadviseerd werd, hen voorloopig op de lagere school te laten blijven, terwijl betref fende hen, die pas een half jaar de lagere school bezochten, in vele gevallen tevens geadviseerd werd hen over te plaatsen naar een school met Maart-opneming, om hun het nadeel te laten ontloopen, nog een half jaar in de klasse te moeten blijven, waar zij reeds ten achter gekomen waren. Waarschijnlijk de omstan digheid, dat vele gesplitste scholen beide September-opneming hebben en er bezw’aren bestonden tegen de plaatsing der leerling op een andere school, maakte, dat aan ons advies niet steeds gevolg gegeven kon worden. Van de 183 candidaten, die geschikt voor de b.l.o.scholen ge acht werden, zijn 144 (87 jongens en 57 meisjes) op de verschil lende openbare b.Lo.scholen geplaatst en 12 (8 jongens en 4 meisjes) op de school voor zeer zwakzinnigen aan de Lijnbaan. Vermeldenswaard is, dat in enkele gevallen de aanvankelijke, op vooroordeel tegen de „dommenschooltjes” berustende bezwaren der ouders overwonnen werden, na persoonlijk bezoek aan de school voor b.l.o. en kennismaking met den daar heerschenden geest en met de daar gevolgde onderwijsmethode. De resteerende 27 (18 jongens en 9 meisjes) zijn niet geplaatst: in enkele gevallen wegens plaatsgebrek of wegens vertrek der ouders; in de meeste gevallen echter, doordat de ouders, werkelijk of bij simulatie blind voor de intellectueele defecten van hun kroost, weigerden aan het advies gevolg te geven. Voor het bijzonder b.l. onderwijs (Chr., R.-K. en Partic.) be droegen deze getallen in 1925: onderzocht ongeschikt geschikt geplaatst niet geplaatst «8 22 21 1 meisje 25 meisjes) 64 (39 jongens en 5 2 59 (37 55 (34 4 3 VERSLAG GEMEENTELIJKE SCHOOLARTSENDIENST. 99

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1925 | | pagina 642