25
3
In het begin van dit verslagjaar maakte het Openbaar Deskundige ver-
Ministerie bij het Kantongerecht te ’s-Gravenhage bezwaar tegen klaringen bij de
de deskundige verklaringen, welke bij de processen-verbaal proc.-verbaal.
waren gevoegd. Hierin was in verband met een arrest van den
Hoogen Raad van 5 November 1923 (Weekblad van het Recht
No. 1140, 4 Februari 1924) een wijziging gebracht, welke tevens
een zeer belangrijke vereenvoudiging beteekende. De Hooge
Raad n.l. was van oordeel, dat een afzonderlijk proces-verbaal
van het tweede onderzoek, als bedoeld in art. 24 van de Waren
wet niet noodig was, omdat de Wet daarvan niet sprak. In ver
band met dit arrest was dus tot vereenvoudiging van het
proces-verbaal van de tweede deskundige overgegaan. Het
Openbaar Ministerie bleef echter bij zijn meening en eischte
twee afzonderlijke deskundige verklaringen, zoodat in het alge
meen belang aan dezen eisch wel gevolg moest worden gegeven,
alhoewel naar mijn oordeel de zienswijze van het Openbaar
Ministerie onjuist is, hetgeen binnenkort wel zal blijken. Intus-
schen vond een der ambtenaren van het Openbaar Ministerie
hierin aanleiding een zaak niet ontvankelijk te verklaren,
hetgeen een melkslijter, die melk had verkocht, vervalscht met
ongeveer 15 water, niet onwelgevallig was.
Voorts maakte het Openbaar Ministerie bij de Kanton
gerechten te ’s-Gravenhage en Delft in het begin van het ver
slagjaar plotseling bezwaar verschillende processen-verbaal in
behandeling te nemen, op grond dat in de deskundige ver
klaring het bewijs ontbrak, dat de bemonsterde waar was de
waar in den zin van het voor die waar geldende Koninklijk
besluit. Pogingen bij het Openbaar Ministerie aangewend om
een vervolging in te stellen op grond van de keuringsverorde-
ning en dus de beklaagden ten laste te leggen, dat zjj eetwaren
hadden verkocht, welke ondeugdelijk van samenstelling waren,
hetgeen naar mijn oordeel en dat van eenige juristen, die ik
advies had gevraagd, zonder bezwaar had kunnen geschieden,
hadden geen succes. Het gevolg was, dat een aantal processen-
verbaal door het Openbaar Ministerie werd geseponeerd. Sedert
dien is dus zorg gedragen, dat het verlangde bewijs in de des
kundige verklaring is opgenomen, ofschoon het O. M. dwaalt,
zoo het van meening is, dat door dit bewijs, het proces-verbaal
juister zou zijn. Dit bewijs kan in vele gevallen, zij het dan met
opoffering van veel moeite en tijd, ten genoegen van het O. M.
geleverd worden, echter niet in alle. Zoo b.v. niet bij brood, zoo
dat eenige processen-verbaal opgemaakt tegen overtreders van
het Broodbesluit eveneens werden geseponeerd. Een gevolg van
een en ander was, dat het grootste deel van dit jaar tegen
VEBSLAG VAN DEN KEURINGSDIENST VAN WAREN.