25
15
Op 7 October 1925 is het Melkbesluit in werking getreden. Melkbesluit.
Aan alle bij den dienst bekende melkverkoopers is een circu
laire gezonden waarin de voornaamste bepalingen van dit be
sluit waren aangegeven. Voorts is daarbij tevens aan de
melkverkoopers verzocht de namen en adressen op te geven
van de melkveehouders van wie zij de melk betrokken. Aan
deze melkveehouders is eveneens een circulaire inhoudende de
blijkt wel, dat vele veehouders het met het winnen van melk
niet zoo nauw nemen. Dat tegen deze treurige toestanden niet
krachtiger kan worden opgetreden is wel toe te schrijven aan
het feit, dat in den regel niet de veehouder maar een z.g. melk
rijder de ondeugdelijke melk vervoert en aflevert. Naar het
oordeel van den rechter moet het bewijs geleverd worden, dat
de melkveehouder de ondeugdelijke melk aflevert, zoodat de
ambtenaren bij de aflevering der melk aan de boerderij aanwezig
moeten zijn. Dit zelfde moet ook geschieden, zoo een veehouder
vervalschte melk of melk, welke in sterke mate met vuil (mest,
huidschilfers, haren e.d.) bedeeld is, aflevert. Het is duidelijk,
dat de dienst over te weinig krachten beschikt om aan deze
eischen in elk voorkomend geval te voldoen.
Het gevolg van een en ander is, dat deze misstanden in den
regel op een wijze moeten worden bestreden, als hierboven is
aangegeven en dat strafvervolgingen uitzonderingen zullen
blijven. Wegens het verkoopen van in ondeugdelijken toestand
verkeerende melk is dan ook slechts éénmaal een strafvervol
ging ingesteld.
Nu kan men wel tegen den melkverkooper of den melkrijder
wegens het vervoeren of afleveren van onreine melk of van
melk van uierzieke dieren een proces-verbaal opmaken, doch
hiermee wordt het kwaad, n.l. de onzindelijke wijze van melk-
winning of het melken van zieke dieren niet bestreden en de
ware schuldige niet gestraft.
Een eenmaal in ondeugdelijken staat gewonnen melk kan
men, door welke bewerking ook, niet meer tot een deugdelijke
melk maken.
Het is dan ook op den bovenaangegeven grond zeer twijfel
achtig of men met de heerschende opvattingen bij de rechter
lijke macht het zonder een groot aantal ambtenaren ooit zoo
ver zal kunnen brengen, dat de gewone consumptiemelk aan
redelijke eischen, zoowel wat samenstelling, maar vooral wat
toestand betreft, voldoet. Andere wegen dan die thans bewan
deld worden ter verbetering van de toestanden in den melk
handel dienen dus ernstig overwogen te worden.
VERSLAG VAN DEN KEURINGSDIENST VAN WAREN.