BJjlage 26 VERSLAG betreffende den toestand en de werking van den Gemeentelijken Reinigings- en Ontsmettingsdienst van s-Gravenhage over het jaar 1925. COMMISSIE VAN BIJSTAND. De samenstelling van de Commissie van Bijstand onderging in den loop van het jaar geen wijziging en bestond op 31 De cember uit den heer Wethouder F. N. V. Quant als voorzitter en de heeren J. J. v. Langen, C. Vrolijk Jzn., P. J. v. Beijeren en R. P. M. Peters als leden, terwijl als secretaris werkzaam bleef de heer Mr. Dr. J. H. Labberton, Referendaris ter Ge- meente-Secretarie. ALGEMEENE BESCHOUWINGEN. Ook in het afgeloopen dienstjaar werd voortgewerkt op den voet als omschreven in het jaarverslag over 1923. Dit moge o.a. hieruit blijken, dat, ondanks de uitbreiding die de gemeente ge stadig ondergaat, de vaste bezetting van den dienst in den loop van dit jaar met 3 werklieden verminderde. Ook was het mo gelijk de hoeveelheid verbrand vuil wederom op te voeren met rond 13.600 M6., terwijl, niettegenstaande de totale aanvoer dit jaar rond 15.000 M3. meer bedroeg, de afvoer per vaartuig een vermindering met rond 4000 M3. kon ondergaan. Verder werd voortgegaan met de geleidelijke omzetting van het paardenbedrijf in autotractie, ter uitvoering van de reorga nisatie waartoe in 1919 werd besloten. Bovendien werd een aan vang gemaakt met den bouw van het oostelijk afdeelingsdepöt. Het is aangenaam nog eens te mogen eonstateeren, dat de invoering der autotractie van groot nut voor dezen dienst is geweest, zoowel in technisch als economisch opzicht. Immers kan men zich bezwaarlijk een voorstelling maken van de wijze waarop de dienst met paardentractie had moeten worden uitge voerd, wanneer daarbij in oogenschouw worden genomen de groote uitbreiding, die de stad na den oorlog onderging en de daarmede gepaard gaande vermeerdering van de hoeveelheid der afvalstoffen, welke bovendien nog onevenredig steeg als gevolg van de tijdsomstandigheden. Vergeleken met 1918 is deze hoeveelheid meer dan verdubbeld.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1925 | | pagina 707