26
4
Ambtenaren.
Werklieden.
Vaste bezetting.
Aanvulling
wegens in
compleet.
i) De tusschen geplaatste getallen in dit en de volgende hoofdstukken
betreffen de overeenkomstige aantallen voor het jaar 1924.
Kon de ophaaldienst van vuilnis tijdig in goede banen geleid
worden, in mindere mate was dit het geval ten aanzien van de
definitieve bestemming der afvalstoffen. Wel kon de capaciteit
der tijdelijke vuilverbrandingsinrichting worden opgevoerd van
rond 108.000 M3. in 1920 tot 175.000 M3. in 1925, doch de totale
aanvoer steeg in zooveel grootere mate, dat de toestand op den
aschstaal dringend om afdoende verbetering gaat vragen.
Bij hernieuwing moge derhalve hier de verzekering gegeven
worden, dat, gezien de omstandigheid de aschstaal reeds vóór
20 jaren te klein en onvoldoende geacht werd, de uiterste gren
zen van het toelaatbare en uitvoerbare vrijwel bereikt zijn. Dit
geldt zoowel den vuilnisafvoer, als de gebouwen en inrichtingen
welke zich op dit terrein bevinden.
Niet zonder zorg werd derhalve kennisgenomen van het uit
stel, dat de ingediende voorstellen, welke een af doende oplossing
beoogden, moesten ondergaan.
PERSONEEL.
Op den 31en December 1924 waren onder den Directeur werk
zaam 74 (79) ambtenaren. In den loop van het jaar werden 3
ambtenaren ontslagen. Aangesteld werden eveneens 3 ambte
naren, zoodat het totaal aantal ambtenaren op het einde des
jaars wederom 74 bedroeg.
Op 31 December 1924 waren in vasten dienst 502 werklieden.
Ontslagen met pensioen werden 7 werklieden. Aangesteld wer
den 54 werklieden. Op 31 December 1925 waren derhalve in
vasten dienst 549 (502) werklieden.
Verder waren op dien datum in tijdelijken dienst 73 (123)
werklieden, terwijl 1 (2) werkman op individueel contract werk
zaam was.
Op het einde van het jaar waren dus in het geheel aan het
bedrijf verbonden 623 (627) werklieden.
De vaste bezetting van den Reinigingsdienst bestond op
31 December uit 571 werklieden tegen 574 in 1924.
Voor de geregelde aanvulling van het incompleet wegens
ziekte, verlof, werkzaamheden bij den Ontsmettingsdienst en
dergelijke was gedurende het geheele jaar een zeker aantal
werklieden benoodigd. Hiervoor waren 50 tijdelijke werklieden
in dienst, die in eerste instantie voor bedoelde vervanging en
aanvulling in aanmerking kwamen. Zij vormden derhalve een
VERSLAG GEM. REINIGINGS- EN ONTSMETTINGSDIENST.