26
21
Totaal 1295 gevallen.
van rattenbestrijding niet vereenigen, op grond, dat het toe
gepaste middel gevaren voor menschen zou kunnen teweeg
brengen. Van die gevaren is evenwel niet gebleken en een
onderzoek aan het Pathologisch Instituut der Veeartsenij-
kundige Hoogeschool te Utrecht van gestorven huisdieren,
welker dood toegeschreven werd aan het eten van de bewuste
pakjes brood, wees uit, dat dit niet de oorzaak van den dood
was geweest.
van roodvonk.
diphtheritis.
febris typhoïdea.
meningitis cerebrospinalis epidemica.
poliomyelitis anterior .acuta.
encephalitis lethargica.
nemen van:
922 gevallen
322
38
5
3
5
ONTSMETTINGSDIENST.
Het aantal aangegeven gevallen van besmettelijke ziekten, Algemeene
genoemd in de Wet van 4 December 1872 (Staatsblad 134) over beschouwingen,
het jaar 1925 is wederom aanzienlijk hooger dan in het vooraf
gaande jaar. Tegenover een totaal van 944 gevallen in 1924 wer
den dit jaar 1295 gevallen geregistreerd.
Deze belangrijke stijging komt uitsluitend voor rekening van
roodvonk en diphtheritis, waarvan onderscheidenlijk 922 en 322
gevallen werden aangegeven tegen respectievelijk 716 en 175 in
1924. Behalve poliomyelitis anterior acuta, waarvan in 1925 3
gevallen voorkwamen tegen 6 in 1924, is het aantal gevallen der
overige hesmettelijke ziekten genoemd in de Wet dit jaar aan
dat van 1924 nagenoeg gelijk gebleven.
Een meer gedetailleerd overzicht geven de op bladz. 22 en 23
voorkomende staatjes.
In verband met de wijziging in de uitvoering der ontsmet-
tingswerkzaamheden als gevolg van de veranderde inzichten
inzake de beteekenis van ontsmetten, waarop reeds in de laatste
verslagen werd gewezen, wordt sedert 9 April van dit jaar ook
voor roodvonk en febris typhoïdea, behoudens in bijzondere ge
vallen geen huisontsmetting meer toegepast.
In de organisatie van den Ontsmettingsdienst kwam in 1925 Organisatie,
geen wijziging.
In den loop van het jaar werd aangifte gedaan van het waar- Aantal gevallen
der in de wet
genoemde be
smettelijke
ziekten.
ONTSMETTINGSDIENST.