74 Veeziekten. Groente- en fruitmarkt Land- en tuin- bouwvereeni- gingen. De meerdere omzet was niet in de eerste plaats een gevolg van de hoogere prijzen, maar meer van den grooteren aan voer. De exploitatierekening sloot in ontvangst en uitgaaf met een bedrag van f 172.748,355. Voor de groente- en fruitmarkt en de aldaar aangevoerde hoeveelheden wordt verwezen naar 12 van het verslag der Kamer van Koophandel en Fabrieken en blz. 1518 van het verslag van den Dienst van Haven- en Marktwezen (bijlage 19). Afdeeling 's-Gravenhage der Hollandsche Maatschappij van Landbouw. In 1925 bedroeg het ledental 155 tegen 173 in het vorige jaar. Het tweede halfjaar van den hoefsmidcursus ving in October aan met 8 leerlingen. In verband met de kosten en waar het hier niet een bepaald afdeelingsbelang geldt, wordt overwogen, of deze cursus zal worden voortgezet. De Afdeeling was vertegenwoordigd bij eene excursie naar Brecht bij Ant werpen, alwaar het stadsvuil en de faecaliën van de stad worden aangewend voor grondverbetering en bemesting. Het gelukte de Afdeeling het grintpad langs de Boorlaan voor een enkele maal ter beschikking te krijgen voor een hard draverij op 24 September, uitgaande van de Ned. Harddraverij en Renvereeniging. De bemoeienis met betrekking tot het vraagstuk van de verbetering van de melkwinning ten behoeve van ’s-Gravenhage heeft nog niet het gewenschte resultaat gehad. 's-Gravenhaagsche Tuinbouw-Vereeniging”, Afdeeling van de Nederlandsche Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkunde. Het ledental nam iets toe en bedroeg op 1 Januari 1925 231. De tuinbouwwintercursussen waren wederom goed bezocht. De algemeene tuinbouwwintercursus voor jongeren werd gevolgd door 34 leerlingen, waarvan 10 een diploma kregen; de tuinbouw wintercursus voor volwassenen in bloemisterij werd bezocht door 20 leerlingen, waarvan 18 een diploma verwierven, terwijl 20 leerlingen aan den tuinbouwwintercursus in aanleg en onder houd van tuinen deelnamen. Het Bestuur gaf, waar gewenscht, inlichtingen of adviezen. Het jaar 1925 kenmerkte zich door een veel geringer aantal gevallen van mond- en klauwzeer dan in het voorafgaande jaar. Bedroeg dit aantal in 1924 64, thans werden slechts 25 gevallen aangegeven. De ziekte had een goedaardig karakter. Er deed zich één geval van kwaden droes voor bij een uit Duitschland ingevoerd paard. De ontsmetting en vernietiging had plaats aan het Slachthuis. VEETEELT.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1925 | | pagina 76