2
5
Breuk en J. Th. Viehoff stelden tal van oude brochures e.d. tot
mijn beschikking om daaruit te houden, wat in onze verzame
lingen paste en wat de drie eerste betreft om de rest naar andere
archieven en bibliotheken te verzenden.
Voor de krantenverzameling was een bijzondere aanwinst te
boeken. De Bibliothecaris der Universiteits-Bibliotheek te
Amsterdam n.l. schonk een aantal jaargangen van het Journal
de la Haye tusschen 1830 en 1849.
Ook dit jaar stelden de Directeur der Openbare Leeszaal en
Commissarissen der Nieuwe of Litteraire Sociëteit ons in de
gelegenheid de ontbrekende nummers en jaargangen van kranten
uit hunne exemplaren aan te vullen. Zoodoende is thans voor de
toekomst volledigheid gewaarborgd.
Voor de verzameling schildersbrieven werden 4 brieven van
Thys Maris en een tiental brieven van andere schilders ver
worven, terwijl de Heer J. Bosboom Nzn., die onze verzamelingen
reeds zoo herhaaldelijk bedacht, niet minder dan 63 brieven van
schilders, alle gericht aan den beroemden Johannes Bosboom,
ten geschenke aanbood.
Hoogst belangrijke uitbreiding onderging de jonge Letter
kundige Verzameling. Waren er op 1 Januari dossiers betref
fende 677 letterkundigen aanwezig, op 31 December bedroeg dit
aantal 988, zoodat 211 nieuwe dossiers gevormd konden worden.
Grooter echter nog was het getal dossiers, dat een min of meer
belangrijke aanwinst verkreeg. Bijna dagelijks kwamen nieuwe
stukken binnen; het is dus ondoenlijk daarvan een volledige
opsomming te geven. Alleen de allervoornaamste aanwinsten
mogen hier genoemd worden.
Hoogst belangrijk is de verworven verzameling van Eeden.
In den aanvang van het jaar gaf Dr. Frederik van Eeden de
handschriften van al de letterkundige werken, die zijn naam
zoo bekend gemaakt hebben aan onze verzameling in bruikleen.
Ze vullen 10 doozen en verheffen het peil der collectie ten zeerste.
In den loop van het jaar voegde Dr. van Eeden nog een kist
met brieven aan zijn bruikleen toe, echter onder het uitdrukkelijk
beding, dat voorloopig zonder zijn voorkennis van deze brieven
aan niemand inzage mag worden gegeven. Het is zeker, dat
waanneer deze brieven duizenden in getal eenmaal publiek
zullen mogen worden, voor de litteratuurgeschiedenis na 1880
zeer merkwaardige gegevens beschikbaar zullen komen.
Een tweede nauwelijks minder merkwaardige aanwinst werd
verkregen, doordat Mevrouw Heyermans—Jurgens alle hand
schriften van Herman Heyermans, voorzoover nog aanwezig,
in bruikleen afstond. Het behoeft geen betoog, dat ook hierdoor
VERSLAG ARCHIEF DER GEMEENTE.