33 VI. MUSEUM VOOR MODERNE KUNST, ZEESTRAAT. t Gedurende het jaar 1925 werd slechts één bijzondere tentoon- Tentoonstelling, stelling in de Museumzalen gehouden n.l. in de maand November door de Vereeniging voor Moderne Kunst, die er alle werken, die door haar in haar bijna 60-jarig bestaan voor het Museum bijeengebracht waren, exposeerde. Hiertoe behooren o.a. nage noeg alle oudere bezittingen van de verzameling. De tentoon stelling gaf een indrukwekkend beeld van het vele en goede, vaak voortreffelijke, dat op deze wijze bijeengebracht werd. Ook konden bij deze gelegenheid een groot aantal werken weer eens, hals en monding in den vorm van een hanekop is door Mr. Gallois in de aflevering Nr. XII der Mededeelingen besproken. Van de Rhages-luxeceramiek welke aldaar in den tijd, vooraf gaande aan de totale verwoesting door de Mongolen, vervaar digd is, geeft een diepe kom met opgelegde en vergulde, straals gewijs geplaatste reliefornamenten een fraai denkbeeld. Voorts twee turksche wandtegels van decoratieve werking en harmonieuse kleuren. Een ronde schotel met plantenornament in blauw', vermoedelijk een product van Kirman in Perzië, demonstreert de sterke chineesche invloeden, welke de perzische ceramiek reeds sedert de 16de eeuw' gewillig op zich heeft laten inw’erken. Een klein plat rond glazen drinkschaaltje met ver siering van in een vorm geperste rozetten (Egypte, vroege Mid deleeuwen) herinnert in zijn ornament aan het antieke glas eenerzijds, en aan de 17de eeuw'sche groene glazen roemers anderzijds. Tot de kunstnijverheid van het Verre Oosten behoort een ronde ondiepe kom van kleurloos glas, waarvan de bovenlaag geel en opaakw'it gemarmerd is. Uit welken tijd dit fraaie chineesche stuk dateert, dat een ongenoemde aan het Museum ten geschenke heeft aangeboden, is moeilijk te zeggen. Van Chineesche ceramiek zijn nog verworven: een model van een put van gebakken grijze klei, versierd met fabuleuse monsters in relief, uit de eerste eeuwen van onze tijdrekening: een plat rond doosje, waarvan het deksel met een arabesken motief beschilderd is, waarin de dierenkop aan middeneeuwsche boekverluchtingen doet denken. Uit de Soeng-periode dateert een beker met een sterk gestyleerd bladornament in sgraffitto techniek, een zeer goed specimen van de Tzu-Chou ateliers. Een doos van Oribe (Japan) en een theeschaaltje in fijne grijze tonen, dat w'ellicht nog Koreaansch is. vormen nog wTel- kome aanwensten voor de ceramiek van het Verre Oosten. 11 VERSLAG DIENST VOOR KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1925 | | pagina 943