33 12 Aanwinsten. zij het dan maar tijdelijk, tentoongesteld worden, die onder gewone omstandigheden, als gevolg van ons steeds meer nijpend plaatsgebrek, opgeborgen moeten blijven. Aan het einde van het jaar werd wederom de verzameling met den kaartcatalogus gecontroleerd, de schilderijen van stof en ander vuil gereinigd en begonnen met een nieuwe, meer systematische opberging in de beide bergkamers, die ook over- vuld beginnen te raken. Ook daarvoor zal ten spoedigste eene voorziening gevonden moeten worden, daar de toestand onhoud baar wordt. Wederom zijn er dit jaar een aanzienlijk aantal aanwinsten te vermelden. Voor de uitvoerige bespreking zie men de dezer dagen verschijnende aflevering onzer Mededeelingen. De be langrijkste mogen hier echter afzonderlijk gememoreerd worden. Mijn pogingen het beroemde „Als men oud wordt” van Jozef Israëls voor het Museum in eigendom te verkrijgen, konden in het verslagjaar nog niet met succes bekroond worden, maar worden voortgezet. Van de geschenken zij in de eerste plaats genoemd een groep van schilderijen en teekeningen van L. Ansingh, A. v. d. Berg, N. Bodenheim, M. v. Regteren Altena en C. Ritsema, die, samen met het reeds in ons bezit zijnde werk van Jacoba Surie (een vroeger geschenk van dezelfde) nu alle dames van de thans zoogenaamde groep de „Amsterdamsche Juffers” in ons Museum vertegenwoordigd doet zijn. Een woord van dank past hier aan de milde schenkster, die ongenoemd wenscht te blijven. De Vereeniging kocht op de veilingen der nalatenschappen van Suze Bisschop-Robertson en Floris Arntzenius, van ieder hunner een werk, van de eerste een merkwaardig landsehap, De oude molen, in diepen, blauwgroenen kleur. Van Arntzenius werd op mijn verzoek het interessante en ver doorgevoerde doek uit ’s meesters vroegen tijd, De oude stoel, aangekocht. Van deze beide kunstenaars werd bij diezelfde gelegenheid ook eenig werk door ons zelf aangekocht. Van bijzonder belang is daaronder het groote schilderij „Ernstige lectuur” van Suze Bisschop-Robertson, een lezend meisje met gelen omslagdoek voorstellend, waardoor wij thans, naast het reeds vroeger ver worven stilleven en het kindschap bovengenoemd, ook een figuur' stuk van deze eminente kunstenares, wier beteekenis in de moderne Nederlandsche schilderkunst niet licht te hoog aan geslagen kan worden, kunnen toonen. Daarnaast werden ook nog eenige krijtteekeningen verworven, waarin zich niet minder nadrukkeljjk de persoonlijke wijze van haar kunst uit, o.a. een groote studie in gedeeltelijk gekleurd krijt van een halfnaakt, VERSLAG DIENST VOOR KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1925 | | pagina 944