33 lö moderne kunst nijverheid. Ook de verzameling moderne kunstnijverheid werd belang- Verzameling rijk uitgebreid. Ondergeteekende had tijdens zijn verblijf op de Tentoonstelling van decoratieve kunsten te Parijs de gelegen heid een representatieve collectie bijeen te brengen van moderne Fransche ceramiek, aangevuld met enkele producten van glas bewerking; en hij slaagde erin het grootste deel van de be- noodigde koopsom uit bijdragen van belangstellenden samen te brengen. Op deze wijze verwierven wij fraaie stukken van Chaplet, Delaherche, Carriès, Lenoble, Decoeur, Lachenal, Sim men, Mayodon, Massé en Buthaud wat de ceramiek; Décorche- mont, Damn en de fabriek Umab wat het glas betreft, voorts eenige stukken bewerkt metaal van E. Dunand. In het binnen kort verschijnende nummer onzer Mededeelingen vindt men hier over een uitvoeriger bespreking; hier past een woord van dank aan hen die den aankoop hebben mogelijk gemaakt. Behalve de Fransche kunstn ij verheid kocht ik ook enkele producten van de terecht zoozeer gewaardeerde Deensche: en wel werk van Petersen, Olsen en K. en J. Nielsen, bovendien een bijzonder fraai stuk gebakken plastiek van Jean Gauguin, thans een der beste Deensche beeldhouwers. Ook werd een fraai Zweedsch glas aangekocht. Van Nederlandsche kunstnijverheid werd een kleine collectie glaswerk verworven door Chr. Lebeau, vervaardigd op de fabriek te Leerdam. Ook voor deze aanwinsten kan naar de Mededeelingen ver wezen worden. VIL VERZAMELING-BREDIUS, PRINSEGRACHT 6 Dr. Bredius verraste ons dit jaar door aan zijn in bruikleen Aanwinsten, zijnde verzameling een viertal stukken toe te voegen, namelijk: een Herberginterieur van M. Sweerts, een Jupiter en Antiope van Arnold Verbuys, een jongelingskop waarschijnlijk een zelfportret van Samuel van Hoogstraten en een Schilders- festijn van Philips de Koninck. Op pag 128 en vlg. der Mede deelingen werden deze met erkentelijkheid ontvangen aanwin sten uitvoerig besproken. Enkele stukken werden van betere lijsten voorzien; wijzigin gen in de opstelling moesten plaats hebben tengevolge van de plaatsing van bovengenoemde aanwinsten. Bijzonderheden zijn overigens niet te vernielden. VERSLAG DIENST VOOR KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1925 | | pagina 947