I 38 38 17 16 Totaal en een grooter bedrag der uitgeleende gelden 66 6 8 4 23 14 lo. 2 1 1925 1926 f 108.252,47 f 116.471,75 28.929,41 27.148,95 Leeningen op onderpand. 1 1 4 3 2 5 5 1 4o. 5o. 2o. 3o. Gemeentepersoneel Rijkspersoneel Particulieren 825,79 9.591,34 731,98 7.314,88 10 7 6 7 4597 28 4 625 10,— 20,— 30,— 50,— 75,— 100,— 200,— 300,— 400,— 500,— 1000,— 2 000,— 3 000,— 4 000,— 5 000,— 6 000,— 7 000,— 8000,— 9 000,— 10 000,— 20 000,— 50 000,— f 1.061.646,15 1 739 leeningen ad f 738 931 van afgeloste beleeningen van ander onderpand dan effecten van afgeloste beleeningen met effecten als onderpand van voorschotten op pensioenen van geldleeningen aan Rijks- en Ge- meentepersoneel en aan Particulieren 326.550,39 Totaal f 1.388.196,54 tegen f 1.371.507,22 op 31 December 1925, eene vermeerdering alzoo van f 16.689,32. 9. FINANCIEELE UITKOMSTEN. De verschuldigde jaarrente bedraagt na de plaats gehad Verschuldigde jaarrente. Voorschotten op pensioenen. Andere geld leeningen. d.i. 4 964 hebbende wijziging van af 1 September, voor de gelden ter leen verstrekt: op gebruikte kleedingstukken en gebruikt beddegoed tot een maximum beleensom van f 10, op fondsen op edelgesteenten en elk ander onderpand 2 voor de eerste, 1 voor de tweede, 1 voor de derde en /z voor elke verdere maand; voor de voorschotten op pensioenen voor de overige geldleeningen Vóór bovenbedoelde wijziging was de rente voor de onder 3o. bedoelde leeningen voor elke verdere maand na de derde en voor die sub 5o. 8 Aan intrest werd in totaal ontvangen f 168.226,17 tegen Ontvangen f 157.684,52 in 1925. interest. Die ontvangst is te splitsen als volgt: in bedrag f 16.603,76 hooger. 31 December was als volgt: 76 1735 1597 599 528 32 0,50 t./m. f 0,75 2,- 5, 10,— 20— 30, 50,— 75,— 100,— 200,— 300,— 400,— 500,— 1000,— 2 000,— 3 000,— 4 000,— 5 000,— 6 000,— 7 000,— 8 000,— 9 000,— 10 000,— 40 000,— 50 000,- 100 000,- Te zamen Effecten Totaal 0,75 2,- 5,— 12 368 9 029 6404 3 019 2119 781 478 581 202 95 44 84 28 12 6 1 1 2 1 1 1 2 1 1 40225 d.i. 116 43 - 40268 d.i. 116 Op 31 December waren alle uitgeleende gelden terugont vangen, zoodat ter zake geen saldo bestond. Het saldo der op 31 December uitstaande leeningen aan Rijks- en Gemeentepersoneel en Particulieren bedroeg in aantal 3 408 en in bedrag f 326.550,39, verdeeld als volgt over de drie categoriën 8. SALDO LEENINGEN. Het saldo bedroeg op 1 Januari 44 777 leeningen ad f 1.045.042,39 en op 31 December 40 268 ad f 1.061.646,15, alzoo in aantal 4 509 leeningen lager en i_ De rubrieksgewijze verdeeling op 135.509,86 55.938,98 135.101,55 3 408 leeningen ad f 326.550,39 tegen 3 291 leeningen ad f 326.464,83 op 31 December 1925, een grooter aantal dus van 117 leeningen van f 85,56. Het algemeen totaal van het saldo bedroeg: van leeningen op onderpand voorschotten op pensioen andere geldleeningen Van f meer dan VERSLAG DER GEMEENTEBANK VAN LEENING. GEMEENTEBANK VAN LEENING. VERSLAG DER 99 99 99 99 99 99 99 99 99 99 99 99 99 99 99 99 99 99 99 99 99 99 99 99 99 99 99 99 99 99 99 99 99 99 99 99 99 99 99 99 99 99 99 99 99 99 9 99 Transporteer en f 147,599,01 f 151.667,56 Aantal. Meer Minder dan in 1926. 99 99 99 99 99

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1926 | | pagina 1039