6 4 Rente. Aflossingen. Kapitaal. Rekening. De onderpanden werden geregeld geïnspecteerd. De groote meerderheid verkeerde in goeden staat van onderhoud. In de gevallen, waarin ik herstellingen of verbeteringen eischte, werd hieraan voldaan of werd met de schuldenaren overeengekomen, dat de vereischte werkzaamheden (hoofdzakelijk buitenverf- werk) in het voorjaar van 1927 zouden worden uitgevoerd. Gesloten of voortgezet werden 1 leening tegen 6 8 lee- ningen tegen 5’4 en 5 leeningen tegen 5'4 De betaling van de rente door de schuldenaren was be vredigend. De in 1926 ontvangen aflossingen bedroegen in totaal f 503.549,80, waarvan f 415.522,50 wegens vervroegde algeheele aflossing van 15 leeningen en f 2.000,wegens tusschentijdsche gedeeltelijke aflossingen. Tengevolge van den in 1924 getroffen maatregel, om de periodieke aflossingen van een aantal eerste hypotheken over te brengen naar de op dezelfde onderpanden gesloten „nood- hypotheken” (zie voorbericht verslag 1924) was het totaal der periodieke aflossingen ook dit jaar betrekkelijk gering. De betaling der periodieke aflossing had geregeld plaats. Aan vergoeding voor vervroegde aflossing werd ontvangen af- een bedrag van f 2.087,61. Tot executie van onderpanden krachtens onherroepelijke vol macht behoefde in 1926 niet te worden overgegaan. Ter voorziening in de behoefte aan kapitaal nam de Bank in 1926 f 187.540,32 op, waartegenover (in verband met disagio en leeningskosten) eene kapitaalschuld aan de Gemeente staat van f 189.058,50. De in vorige jaren verstrekte kasgelden ad f 369.000, werden in den loop van het jaar geheel afgelost. De over genoemd kapitaal van f 189.058,50 aan de Gemeente te vergoeden rente bedraagt voor f 116.096,72 5% (met inbe grip van disagio) en voor f 72.961,78 6 (leening 1921). Het wegens gewone periodieke aflossingen aan de Gemeente verschuldigde bedraagt f 160.921,75. De balans bevat de specifi catie van dit bedrag. De rente over het opgenomen kasgeld werd dit jaar berekend naar 5 ’s jaars. De exploitatie leverde, na aanwending van f 4.493,71 voor ge deeltelijke afschrijving van disagio en van f 75,voor afschrij ving op meubilair en met inbegrip van een bedrag ad f 3.275,62 wegens uitkeering uit faillissement van een schuldenaar, een overschot op van f 23.629,30, welk bedrag ingevolge art. 13 der beheersverordening dient tot vorming van reserve, evenals de Vergoeding voor vervroegde lossing. Executies. VERSLAG GEMEENTELIJKE HYPOTHEEKBANK.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1926 | | pagina 115