9 57 ver ordening Wo- ningbeurs. re organisatie van de Woning- beurs. zijnde woningen in de laagste huurklasse nog zeer gering blijft. Aan de naleving van de verplichtingen tot kennisgeving van Naleving elke te-huur-stelling en verhuring van woningen werd bij voort during de hand gehouden. Vele herinneringen en waarschuwingen (1719) werden den nalatigen verhuurders tot nakoming der verplichtingen toege zonden en in vele gevallen werd nog mondeling hiertoe aange spoord. In den regel leidde de toegezonden waarschuwing tot het gewenschte resultaat. Proces-verbaal werd in dit jaar niet op gemaakt. Een overzicht over 1926 van het aantal aan- en afgemelde Overzichten, woningen en huizen (Tabel XVII), benevens een staat houdende classificatie der woningzoekenden naar de verlangde huur prijzen (Tabel XVIII) en een overzicht van de bij de Woning- beurs te huur zijnde woningen op het einde van iedere maand (Tabel XIX) zijn toegevoegd aan dit verslag. Ter voldoening aan een daartoe ontvangen opdracht werd Opheffing of op 1 November 1926 aan B. en W. een rapport uitgebracht over het al of niet doen voortbestaan der Gemeentelijke Woning- beurs. Aan dit rapport is het volgende ontleend. In zijn vergadering van 6 Juli 1914 nam de Raad een voor- Geschiedenis, stel aan van Mr. Dr. H. J. Romeijn, waarbij B. en W. werden uitgenoodigd o.m. voorstellen te doen tot het instellen van een Woningbeurs. Zoodanig voorstel bereikte den Raad in Bijlage No. 980 van 1918, hetwelk in de vergadering van 4 November 1918 werd aan genomen. Tevens werd in die vergadering vastgesteld een ver ordening op de Gemeentelijke Woningbeurs (Verz. 1918 No. 114). Ter verdere uitvoering van deze besluiten werd op 8 April 1919 door B. en W. vastgesteld het Reglement op de Gemeentelijke Woningbeurs (Verz. 1919 No. 7); op 1 Mei 1919 werd de beurs geopend. De verordening op de Gemeentelijke Woningbeurs werd met intrekking van de vorige in de Raadsvergadering van 5 Fe bruari 1923 opnieuw vastgesteld (Verz. 1923 No. 2). Deze wijzi ging hield o.m. verband met de inwerkingtreding op 1 April 1921 van de Wet van 19 Februari 1921 tot nadere wijziging van de Woningwet. Het toen in de Woningwet ingelascht art. 11 legt aan Gemeenten met meer dan 20.000 inwoners de verplich ting op tot het instellen van een woningbeurs, onder bepaling, dat niet alleen degenen, die een woning te huur hebben, maar ook zij, die een woning te koop hebben, verplicht zijn daarvan aan de Woningbeurs mededeeling te doen. Sedert bleef de Ver ordening ongewijzigd. VERSLAG STADSONTWIKKELING EN VOLKSHUISVESTING.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1926 | | pagina 235