10 40 TOELICHTING TOT DE EXPLOITATIE-REKENING. Overeenkomstig de Begrooting voor het jaar 1926 is de exploitatie-rekening gesplitst in twee groepen, n.L: A. Met Rijksvoorschotten gebouwde of aangekochte woningen. B. Overige woningcomplexen. De eindresultaten van deze twee afzonderlijke groepen wer den in een totaal overzicht verwerkt. Blijkens de raming der exploitatie werd het nadeelig saldo met inbegrip van een bij Raadsbesluit van 31 Mei 1926 (Bijlage No. 431) goedgekeurde verhooging, in verband met den inbreng van het complex der Woningbouwvereeniging „St. Joseph” be groot op f 526.479,45 minus f 27.524,54, of wel f 498.954,91. Het werkelijk nadeelig saldo bedraagt blijkens de rekening per saldo f 533.569.48 minus f 41.615,90, d. i. f 491.953,58 of wel f 7.001,33 minder dan de raming. Uit de hiervoren gegeven vergelijking blijkt, dat de ver kregen resultaten over het afgeloopen boekjaar de ramings- cjjfers sterk benaderen. Zooals uit de exploitatie-rekening blijkt, zijn van de Rijks- voorschotwoningen alle complexen een vol jaar in exploitatie geweest, hetgeen bij de groep „Overige Woningen” niet het geval was bij het „Pakhuizencomplex” en „Spoorwijk III”. De posten, die eenigszins beduidend beneden de raming blijven, zijn „Bruto huren”, „Leeningsrente”, „Grond- en straat- belasting, sluisgelden, enz.”, „Rente waarde grond”, terwijl de posten „Annuïteitsrente”, „Huurderving” en „Algemeene On kosten” boven de raming uitgaan. De onder de Baten en Lasten op „Reserve voor Onderhoud” geboekte bedragen vertoonen per saldo een onbeduidend verschil. Daar bij de raming was uitgegaan van een exploitatieduur van een vol jaar voor het complex Spoorwijk III, wijken de werkelijke cijfers van den post „Bruto Huur” belangrijk van de begrooting af. Het bedrag aan „Huurderving” wegens onverhuurd en on inbaar, in totaal ad f 60.915,05, overschreed de raming met f 24.243,99. Bij bepaling van het bedrag der „Algemeene Onkosten” vond VERSL. VAN DE STICHTING CENTRAAL WONINGBEHEER.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1926 | | pagina 307