Bijlage 11
VERSLAG van de Stichting „Contróle-woningen” over 1926.
Op 1 Januari 1926 waren, volgens het rooster, aan de beurt Bestuur,
van aftreden de leden van het Bestuur Mejuffrouw G. van Elze-
lingen en de heer Dr. J. J. Berdenis van Berlekom. Eerstgenoemd
lid, dat had verklaard een herbenoeming te willen aanvaarden,
werd bij besluit van Burgemeester en Wethouders dd. 2 Maart
1926 herbenoemd, terwijl de heer Berdenis van Berlekom, wegens
vertrek naar elders, een eventueele benoeming niet kon aan
nemen.
Naar aanleiding van het besluit van den voorzitter Mr. R. B.
Ledeboer, zijn functie op 1 Februari 1926 neer te leggen wegens
drukke werkzaamheden, benoemden Burgemeester en Wethou
ders bij besluit van 2 Maart 1926 in diens plaats den heer Mr. P.
Droogleever Fortuyn en tevens, ter voorziening in de vacature,
ontstaan door het vertrek van den heer Berdenis van Berlekom,
als lid den heer A. J. van Alphen.
In den loop van het verslagjaar bedankte de heer S. L. Veen-
stra als lid van het Bestuur, waarin door Burgemeester en Wet
houders bij besluit van 8 Juni 1926 werd voorzien door benoeming
van den heer F. W. C. de Grave, arts.
Noode wordt de medewerking van de aftredenden, die gedu
rende verscheidene jaren deel van het Bestuur uitmaakten,
gemist.
Met groot leedwezen werd enkele maanden, nadat Mr. Lede
boer als Voorzitter was af getreden, door het Bestuur de droeve
tijding van zijn overlijden ontvangen. De herinnering aan den
sympathieken voorzitter, die de moeilijke periode van het in
exploitatie nemen der contrólewoningen heeft geleid, zal bij de
overige bestuursleden levendig blijven.
De samenstelling van het Bestuur was aan het einde van het
verslagjaar als volgt: Mr. P. Droogleever Fortuyn, Voorzitter;
Ir. P. Bakker Schut, Secretaris; A. J. van Alphen, Mr. J. H. An
dries, Mej. G. van Elzelingen, F. W. C. de Grave, arts, Mej. P. H.
Hubregtse en Mevr. A. A. TrompHuisken, Leden.