s
29
28
gaan. J21
S5
4'A
Jaar, 'g
I waarin zij hS«
is aange- g
Doel van de geldleening.
1924
75.000,—
168.038.872,26
214.212.799,21
De verdere uitgifte van deze ieening is gestaakt.
1924
1925
1925
1925
1925
1916
1921
1921
450.000,—
130.725,—
165.460,46
Bedrag
in elke schuld op
1 December 1926.
9.750.000,—
2.833.000,—
3.475.762,26
250.000,—
72.000,-
201.136,95
^6
5’/<
5
4'/z
4'/z
4
5
5
5
6
6
5
5
36.000,-
555.000,-
286.000,-
2.400,-
910,-
135.000,—
450.000,—
175.500,—
-
1965
1966
1965
1960
1967
1961
1927
1927
1929
1952
1946
1948
1927
1941
1936
1946
10.000.000,—
5.000.000,—
10.000.000,—
10.000.000,—
116.000,—
7.691.000,—
900.000,—
5.000.000,—
5.000.000,—
5.000.000,—
150.000,—
700.000,—
300.000,—
656.000,—
14.625.000,—
313.200,—
139.440,—
338.040,—
311.950,—
3.204,50
310.575,—
45.000,—
235.680,—
262.800,—
250.000,—
7.237,50
40.950,—
14.625,—
33.579,—
731.250,—
5.390,—a)
977.900,—b)
542.135,—c)
320.000,—
178.000,—
327.000,—
290.000,—
5.800,—
3.000.000,—
10.000.000,—
7.800.000,—
9.714.000,—
4.000.000,—
17.225.000,—
12.000,—
1.900,—
1.000,—
24.000,—
35.000,—
41,000,—
9.000,—
50.000,—
100.000,—
130.000,—
2.925.000,—
10.000.000,—
7.800.000,—
9.714.000,—
4.000.000,—
17.225.000,—
840,—
100,—
150,—
14.000,—
20.000,—
27.060,—
600,—
30.000,—
67.500,—
95.000,—
6.800.000,—
3.308.000,—
7.185.000,—
5.949.000,—
69.600,—
6.077.000,—
900.000,—
3.660.000,—
4.225.000,—
5.000.000,—
142.500,—
10.000.000,—
2.905.000,—
3.676.899,21
665.000,—
285.000,—
629.760,—
14.250.000,—
33,60
8,25
6,56
580,—
840,—
1.037,81
33,75
1.440,—
4.914,58
6.375,—
1925
1926
1926
1926
1926
1926
1907
1908
1909
1910
1911
1909/1912
1911/1912
1915
1916
1918
1918
1918
1919
1919
Mei 1921
Oct. 1921
1924
1924
Als voren.
Als voren.
Als voren.
Als voren.
Hypothecaire leening.
Voor aanleg van buitengewone werken.
Hypothecaire leening.
Voor aanleg van buitengewone werken.
Als voren.
Grondbedrijf.
Hypothecaire leening voor woningbouw.
Restant van de leening, die oorspronkelijk f 4.000.000,—
groot was; f 3.000.000,hiervan is opgenomen in de
leening f 3.676.899,21.
Hypothecaire leening voor woningbouw.
Voor aflossing van de restanten der leening ad
f 10.000.000,(voor buitengewone werken) en f 5.000.000,
(voor Grondbedrijf en buitengewone werken), beide lee-
ningen a 6
Voor aflossing van leeningen met het Rijk (hypotheek
verstrekking in verband met Rijkspremiebouw).
Voor aflossing van f 3.000.000,— van de 6 leening
1924 (voor den aanleg van buitengewone werken)
restant van de Crisisleening, oorspronkelijk groot
f 1.000.000,restant van de van de voormalige ge
meente Loosduinen overgenomen leening oorspronkelijk
groot f 250.000,(voor crisisuitgaven, transformatoren,
G.E.B. enz.).
Voor aanleg van buitengewone werken.
Als voren.
Als voren.
Voor bedrijven.
Voor aanleg van buitengewone werken.
Als voren.
2e suppl. G.E.B.
Aanleg electr. geleidingen in Gemeentegebouwen.
Bouw van scheidingsmuren.
4e suppl. G.E.B. en andere buitengewone werken.
5e suppl. G.E.B. en andere werken.
Aanleg waterleiding.
Diversen.
Raadhuisbouw, 6e suppl. G.E.B.
Distributieuitgaven.
Distributieuitgaven, G.E.B., beschoeiing R.-K. Kerk
enz.
4'/z
♦'/z
4'/z
4*/z
4*/z
4
4,’i8
33/4
4
4
3’/4
3’/4
i'/z
7
6'/4
Bedrag der renten
van elke schuld
over 1926.
Bedrag der aflossi
van elke schuld
in 1926.
Glossing van de leening Sl/2 1906, oorspr. groot f 40.000,—, thans afgelost.
Glossing van de leening Si/2 1907, oorspr. groot f 18.000,—, thans afgelost,
it bedrag wordt gereserveerd in het Fonds voor schulddelging,
em.
745,— wordt gereserveerd in het Fonds voor schulddelging.
shoudens stilzwijgende vernieuwing, opzegging 8 maanden tevoren.
Jaar,
waarin de
schuld
zal zijn
afgelost.
1956
1957
1958
1959
1938
1960
30-4-1924
1941
1961
1929
1973
1964
1964
1964
1964
Oorspronkelijk bedrag van
elke schuld.
269.000,—
22.500, —
268.000,—
155.000,—
125.000,—1
3.000,—
17.500, —I
7.500,—
13.120,-
375.000,—
840,—
100,-
50,
500,-:
1.000,-
1.230,-
600,-
2.000,-
6.500,-
7.745,-
1965
1965
1964
Rente van de leening 3>/a 1912, oorspr. groot f 500.000,-, thans afgelost.
f 20.000.000,—, thans geconverteerd in 4l/a
f 10.000.000,—, thans geconverteerd in 4</a
•1
-
«i) Aflossing van idem.
b) Rente van de leening 51/... 1919
61) Aflossing van idem.
c) Rente van de leening 51/S 1925
ci) Aflossing van idem.