2
15
III. TOESTAND DER WERKEN.
a. Watervang.
Regenval.
Grondwater
standen.
Waterstanden
verzamelkoin.
Chlooronderzoek
draineerputten. tweemaal ’s jaars over alle draineerputten uitstrekt, gaven ook
in dit jaar geen verbetering waar te nemen. Geen der 79 afge
sloten putten kwam voor heropening in aanmerking. De reeds
sinds een reeks van jaren bestaande wenschelijkheid, de water-
onttrekking in de het dichtst bij zee gelegen deelen der hoofd
ader duurzaam te matigen en het zwaartepunt van het water-
Met een totaal van 649 mm regenval, tegen 841 mm in 1925
en 794 mm in 1924 behoort 1926 tot de betrekkelijk droge jaren.
Het bleef n.l. beneden het gemiddelde der laatste 50 jaren, dat
695 mm bedroeg. Daarbij was October de natste, Maart de
droogste maand, met een neerslag van totaal 128 respectievelijk
17 mm. Het maximum binnen een etmaal viel op 15 October
met 28,5 mm regen.
De regenval bedroeg in de eerste drie en de laatste drie
maanden des jaars totaal 338 mm, in de daartusschen liggende
zes zomermaanden 311 mm (v.j. 402 respectievelijk 438 mm).
Rekening houdend met het feit, dat de neerslag gedurende
de wintermaanden in het algemeen het meest bijdraagt aan de
toeneming van het grondwmter, zij vermeld, dat gedurende het
tijdvak October 1925 tot en met Maart 1926 377 mm regen viel,
tegen 327 mm gedurende het tijdvak October 1924 tot en met
Maart 1925.
Het gemiddelde van de grondwaterstanden (berekend uit de
waarnemingen in 67 peilputten) was aan het einde van het
verslagjaar ruim 29 cm lager dan aan het begin ervan. Voor
1925 werd met gebruikmaking van vergelijkbare gegevens een
stijging van bijna 17 cm berekend.
Het gemiddelde van de waterstanden in de verzamelkom
bedroeg voor het verslagjaar 84 cm beneden D.P. tegen 86 cm
beneden D.P. in 1925. Dat dit cijfer voor 1926 betrekkelijk zoo
gunstig was, niettegenstaande gedurende het verslagjaar meer
water aan de duinen van het wingebied werd onttrokken dan
in eenig voorafgaand jaar, is gevolg van het feit, dat aan de
sprank A aanmerkelijk meer water kon worden onttrokken
dan in vorige jaren mogelijk was.
De hulppompinstallatie nabij put XXII der hoofdader, die
tot doel heeft om het verderaf gelegen deel der watervang aan
een sterkere drainage te onderwerpen, was in werking gesteld
van 2 Juli tot 28 September (v.j. van 5 Juni tot 13 September).
De resultaten van het chlooronderzoek, dat zich periodiek
VERSLAG DER DUINWATERLEIDING.