16
19
HOOFDSTUK XIV.
HOEDANIGHEID VAN HET GAS.
zwavel
c.
d.
onderzoek van ammoniakwater.
e.
f.
i.
0,331 gram per M3.
ammonia 0,004
koolzuur 4,8
samenstelling van het gas.
steenkoolonderzoek.
ammoniakgehalte van het gas na de wassching.
onderzoek van teer.
9-
h.
a.
b.
De belangrijkste controle op de gashoedanigheid, n.l. van
het warmtegevend vermogen, geschiedt door drie registreerende
calorimeters, die op verschillende leidingen kunnen worden
aangesloten. Gewmonlijk zijn twee aangesloten op de productie-
leidingen der stokerijen, terwijl de derde de calorische waarde
van het menggas registreert, zooals dit wordt afgeleverd. Dit
laatste wordt bovendien nog op soortelijk gewicht gecontro
leerd door een registreerenden gasbalans.
Verder wordt geregeld de handcalorimeter gebruikt, zoowel
ter verificatie der registreerende apparaten, als tot onderzoek
van het eokesgas.
De uitkomsten dezer waarnemingen zijn, als maand gemiddel
den berekend, opgenomen in bijlage I.
Behalve de reeds genoemde onderzoekingen, omvatte het ge- Scheikundig
regeld laboratoriumwerk de volgende onderdeden: onderzoek.
vol.
analyse van rook- en generatorgassen der ovens,
temperatuur-contróle der ovens.
onderzoek van zuiveringsmateriaal, magazijngoederen,
enz.
controle der ketelwaterreiniging.
Het gehalte van het gezuiverd gas aan zwavel, ammonia en Hoedanigheid
koolzuur wordt wekelijks bepaald. van het gas.
Het gemiddelde dezeV 52 waarnemingen bedraagt:
VERSLAG GEMEENTELIJK GASBEDRIJF.
99 99