40 Op 31 December werden in de verschillende Verpleging van krankzinnigen voor rekening van de Ge meente. (Vervólg.) Uit de tabel op de volgende bladzijde blijkt, welke verpleeg- kosten per jaar door de besturen der inrichtingen, waarin patiënten uit deze Gemeente worden opgenomen, in rekening worden gebracht. gestichten te zamen voor rekening van de Gemeente verpleegd 482 mannen en 573 vrouwen, totaal 1055 personen. Ten gevolge van de in 1921 krachtens art. 24 van de Ouder domswet 1919 ten behoeve van 33 krankzinnigen gesloten vrij willige ouderdomsverzekering genoten gedurende het verslag jaar 24 van hen een ouderdomsrente van f 3,per week. Voorts is in verband met de artt. 51, 71 en 72 van de Invaliditeitswet de ten name van 10 patiënten loopende invaliditeitsverzekering voortgezet. Aan 4 dezer patiënten is invaliditeitsrente toege kend. Gedurende het verslagjaar genoten 104 patiënten invalidi teitsrente. Na aftrek van betaalde premiën voor alle verzekerden, kosten benoeming provisioneel bewindvoerder en zakgeld, leverden beide verzekeringen gezamenlijk een voordeelig saldo op van f 18.499,32, welk bedrag in de Gemeentekas als bijdrage in de verpleegkosten is gestort. De particuliere bijdragen in de verpleegkosten stegen van f 116.022,275 tot f 132.236,74. De kosten van de krankzinnigenverpleging per inwoner daalden van f 1,33 in 1925 tot f 1,29 in 1926. De daling van deze kosten vindt eenigermate haar oorzaak in de omstandigheid, dat, van 1 October 1926 af, acute krankzinnigen ter verpleging werden opgenomen in de Ramaer-Kliniek. voorts in de „aangewezen inrichtingen”: „Tehuis voor Ouden van Dagen” te ’s-Gravenhage 30 in het idiotengestieht: „Huize Boldershof” te Druten ,,’s-Heeren Loo” te Ermelo „Lozenoord” te Ermelo „Voorgeest” te Oegstgeest „Huize Assisië” te Udenhout „Dr. Mr. Willem van den Bergh-stichting” te Noordwijk „Bethesda” te Wagenborgen 14 26 16 1 14 3 12 16 8 3 14 33 12 30 26 24 4 Mannen. 1 Jongens. Vrouwen. 2 Meisjes. Totaal. 3 Totaal.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1926 | | pagina 42