r
I
i
19
waar-
T
26
2
Schaap
Geit.
Varken
Paard
4908
128
99
1
6
1
4510
1
Tegenover 1925 is over het algemeen een vermindering te
bespeuren, welke voor runderen het belangrijkst is n.l. van 24,99
op 21,78
Actinomycose. Deze afwijking werd dit jaar 14 maal
genomen en wel steeds bij runderen aan tong of kaak.
Cysticercus inermis. In totaal werd deze blaasworm (welke,
door menschen geconsumeerd, lintwormziekte kan veroorzaken)
292 maal aangetroffen en wel bij 212 runderen (0,94 van het
aantal geslachte dieren) en 80 graskalveren (2,12
Levende blaaswormen werden aangetroffen bij 46 runderen
(0,20 en 15 graskalveren (0,39
Tegenover 1925 is het totaal aantal exemplaren verminderd,
doch dat der levende exemplaren toegenomen van 45 tot 61.
In onderstaand staatje is aangegeven, bij hoeveel runderen
en graskalveren levende of doode exemplaren van deze parasiet
zijn aangetroffen, benevens de vindplaatsen.
Uitwendige kauwspier
Hart
Inwendige kauwspier
Uitw. kauwspier en hart
Uitw., en inw. kauwspier.
Uitw., inw. kauwsp. en hart
Uitw., inw. kauwspier, hart,
middenrif en ondertongspieren
B
6
VERSLAG VAN HET OPENBAAR SLACHTHUIS.
DIERSOORT.
VINDPLAATS.
Levend.
Dood.
33
11
1
1
1
65
46
166
15
Rund.
Aantal
gevallen.
115
36
13
1
37
Rund
Vet kalf
Graskalf
Nuchter kalf
Percentage
van de
geslachte
dieren.
21,78
0,89
2,62
0,03
0,06
1,60
9,03
0.06
9
5
1
128 (125,*)
5
7
0
0
0
212 (211)
0
Aantal dieren
afgekeurd of
I voorwaardelyk
I goedgekeurd.
De tusschen haakjes geplaatste eijfers geven aan het aantal dieren,
dat nog door sterilisatie bruikbaar gemaakt kon worden voor menscheljjk
voedsel.
Graskalf.
Dood. Levend. I