19
22
Rekening van het Openbaar Slachthuis over 1926.
Burgemeester en Wethouders hebben de eer omtrent de
rekening over het jaar 1926 het volgende op te merken.
De winst heeft bedragen f 254.708,75, terwijl geraamd was
f 227.100,—.
Vergelijking van de baten en lasten met die over 1925 toont,
in afgeronde bedragen, de hierna vermelde verschillen aan.
Het totaal der baten bedraagt f 24.100,of 3 meer.
Meer brachten op: Art. I. „Opbrengst Slachthuis, inch be-
nedenkoelhuis c.a.”, f 22.000,Art. II. „Opbrengst Bovenhoek
huis c.a.”, f 14.300,Art. IV. „Rente van kasgeld”, f 250,en
Art. V. „Bijdragen voor Weduwen- en Weezenpensioen”
f 2.400,terwijl door opzegging van contracten, Art. III. „Op
brengst IJs” f 14.900,minder heeft opgeleverd.
Het totaal der lasten wijst f 10.700,of 2 minder aan.
Minder is uitgegeven voor: Art. II. „Exploitatiekosten
Bovenkoelhuis c.a.” f 1.400,Art. III. „Fabricatiekosten van
het IJs” f 5.100,Art. IV. „Onderhoudskosten” f 9.800,en
Art. VI. „Renten” f 1.800,terwijl meer vergden: Art. I. „Ex
ploitatiekosten Slachthuis, inch benedenkoelhuis c.a.”, f 3.900,—,
Art. V. „Algemeene onkosten” f 2.500,—, Art. VII. „Afschrij
ving” f 1.000,en Art. IX. „Oninbare posten” f 75,
De winsten der bedrijven hebben bedragen: „Slachthuis,
incl. benedenkoelhuis c.a.”, f 210.905,25, „Bovenkoelhuis c.a.”
f 32.575,33 en „Ijsfabriek” f 11.228,17, tegen resp. f 190.483,92,
f 21.367,39 en f 8.049,20 over 1925.
Geslacht werden 105.123 dieren, tegenover 95.150 in 1925, een
toeneming van 9.973 stuks.
Ter keuring werden ingevoerd 3.861.464 K.G. vleesch, tegen
4.413.040 K.G. in 1925, d.i. een achteruitgang van 551.576 K.G.
Gevoederd werden 26.103 dieren gedurende 34.362 etmalen,
tegen respectievelijk 22.736 en 29.727 in 1925.
VERSLAG VAN HET OPENBAAR SLACHTHUIS.
