20
2
II. VISSCHEK8HAVEN.
Scheepvaart.
t
Voor 1925 waren deze cijfers resp. 1 nihil en 3 Het totaal
uitbetaalde ziekengeld bedroeg f 2942,96.
Evenals gedurende de voorgaande jaren, werd de dienst van
de havengaarders bij verlof of ziekte waargenomen door den
havengaarder, belast met de controle, terwijl dit voor het
overige personeel geschiedde door noodhulppersoneel, hetwelk
op een enkele uitzondering na, betrokken werd uit het reserve-
en op wachtgeld gesteld Gemeentepersoneel.
480.867
479.573
354.365
tegen in 1925
1924
1923
1922
Op 1 Januari 1926 lagen in de haven de volgende vaartuigen:
13 motorloggers, 64 zeilloggers, 10 motorschokkers, 9 zeilschok-
kers, 23 garnalenbooten en vletten, 4 sleepbooten, 2 zandzuigers,
1 baggermachine, 4 onderlossers en 1 motorreddingboot, in totaal
131 vaartuigen.
In het geheel kwamen hier binnen 7320 vaartuigen met een
totaal netto-inhoud van 447.923 M3.
6597 vaartuigen, totaal netto-inhoud 374.634 M3.
7322
5912
5478
Een specificatie der in 1926 binnengekomen vaartuigen
geeft de als bijlage A opgenomen staat.
Op 31 December 1926 lagen in de haven: 1 stoomtrawler, 14
motorloggers, 60 zeilloggers, 10 motorschokkers, 9 zeilschokkers,
18 garnalenbooten en vletten, 4 sleepbooten, 4 onderlossers, 2
zandzuigers, 1 baggermachine en 1 motorreddingboot.
Behalve een motorschokker uit Katwijk behoorden alle
binnenliggende visschersvaartuigen tot de Scheveningsche
vloot.
Volgens de naamlijst der Nederlandsche Reederijen en Ha
ringschepen, bijgewerkt tot 1 Juni 1926, bestond de Schevening
sche vloot uit: 1 stoomschip, 18 motorloggers en 165 zeilloggers,
totaal 184 vaartuigen, waaronder 3 gecharterde vaartuigen uit
andere plaatsen.
Van deze vaartuigen waren op 31 December nog in zee 2
motorloggers ter haringvisscherij en 5 zeilloggers ter trawl-
visscherij, zoodat 42,3 van de vloot in deze haven oplegde en
57,7 in andere havens, voornamelijk Vlaardingen.
De redenen hiervan zijn in vorige jaarverslagen uiteen
gezet.
VERSLAG GEM. DIENST VAN HAVEN- EN MARKTWEZEN.
99
99
99
99
99
99
99
99
99