20 8 Seininrichting. Schadevaringen. Sleephellingen. Havengeld. niet uit”. Dit geschiedde meestal wanneer er veel branding vóór of in de buitenhaven stond. De dienst der seininrichting werd onafgebroken dag en nacht waargenomen. Als grondslag van het getijsein werd steeds aangenomen de minste diepte, welke in de vaargeul der buitenhaven en tot 300 M. buiten de hoofden in zee werd aan getroffen, volgens de laatste door den Rijkswaterstaat verrichte peiling. De grondslagen varieerden gedurende het verslagjaar van 22 tot 26 d.M. N.A.P. Zij waren in 1925 van 21 tot 24 d.M. N.A.P. De diepte in de buitenhaven is dus gedurende het ver slagjaar iets gunstiger geweest dan in het voorgaande jaar. De grootste diepte in de vaargeul werd waargenomen op 10 October en was toen 48 d.M., terwijl de minste waterstand werd genoteerd op 23 December, toen de diepte slechts 7 d.M. bedroeg. Storingen van buitengewonen aard aan het electrisch licht der seinstelling kwamen niet voor. Gedurende het verslagjaar werd driemaal door vaartuigen schade toegebracht aan de Gemeentelijke havenwerken. Van de gemaakte schade werd proces-verbaal opgemaakt, welke pro- cessen-verbaal werden doorgezonden naar den dienst der Ge meentewerken, die voor verdere afwikkeling zorg droeg. De kosten voor herstel der aangebrachte schade werden door de betrokken reederijen betaald. Zooals uit den als bijlage B opgenomen staat blijkt, bedroeg het aantal gehellingde vaartuigen 234. Niettegenstaande het bedrijf van 15 Februari tot en met 9 Maart heeft stil gestaan, zijn er toch 34 vaartuigen meer ge- hellingd dan in het voorgaande jaar, toen dit getal 200 bedroeg. Zeer belangrijke reparatiën kwamen gedurende het verslag jaar niet voor. Het in dienst zijnde personeel varieerde van 22 tot 40 man. Daar telken jare het aantal gehellingde vaartuigen per maand zeer uiteenloopt, werd aanvulling van werkzaamheden gezocht buiten het visscher ij bedrijf. Het tarief voor het ophalen en aflaten van vaartuigen bleef onveranderd. De ontvangsten aan havengeld bedroegen voor het verslag jaar in totaal f 22.840,23, waarvan f 1.730,47 werd gerestitueerd in verband met de omwisseling van de tarieven Ba en E in andere. Het in vorige jaren ontvangen netto-bedrag was: 1925 f 23.110,35 1924 25.643,09 VERSLAG GEM. DIENST VAN HAVEN- EN MARKTWEZEN.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1926 | | pagina 535