20
12
B.
MARKTWEZEN.
Personeel.
Algemeene
markt.
De ontvangsten aan havengeld bedroegen dus rum f 12.000,
meer dan voor 1925. De oorzaak hiervan is de belangrijk druk
kere scheepvaart gedurende het afgeloopen jaar.
Commissie van
Bijstand.
Zooals reeds is medegedeeld, bestond de Commissie voor den
Havendienst, het Marktwezen en het Levensmiddelen vraagstuk
aan het einde van het verslagjaar uit de navolgende heeren:
F. G. van Duuren, M. Joëls Jr., J. J. Mujjlwjjk, J. J. de Niet,
R. P. M. Peters en M. van Steenbergen, onder voorzitterschap
van den Wethouder van Openbare Werken, den heer F. N. V.
Quant.
De heer H. C. Vermaat, Hoofdambtenaar in algemeenen
dienst, bleef ook gedurende het verslagjaar tijdelijk belast met
de leiding van het Marktwezen.
Wegens vermeerdering van werkzaamheden werd met in
gang van 1 November 1926 het personeel uitgebreid met een
marktgaarder.
Op 31 December waren werkzaam 1 marktmeester, 1 adjunct-
marktmeester en 1 marktgaarder, terwijl, evenals in vorige
jaren, over de diensten van 2 agenten van politie gedurende het
afgeloopen jaar geheel moest worden beschikt.
Gedurende de maand Maart ondervond de algemeene markt
veel hinder van de werkzaamheden, verbonden aan het leggen
en verleggen van de rails der tramlijnen op de Prinsegracht en
op de Brouwersgracht.
Door ook de Varkenmarkt gedeeltelijk voor deze markt in
gebruik te nemen heeft de geregelde gang van dienst geen stag
natie ondervonden.
Als gevolg van de wijzigingen der evengenoemde tramlijnen
is een groot gedeelte van het terrein, bestemd voor markt, aan
zijne bestemming onttrokken.
Werden er voorheen van de Groote Marktstraat af tot Boek-
horststraat 4 rijen kramen en van de Boekhorststraat af tot
Brouwersgracht 3 rijen kramen geplaatst, thans zijn deze tot
2 rijen teruggebracht moeten worden. Ongeveer 850 M2. aan
marktruimte moest daardoor worden prijsgegeven, zoodat de
noodzakelijkheid weldra gebood de lengte der kramen van 5 M.
VERSLAG GEM. DIENST VAN HAVEN- EN MARKTWEZEN.