I
22
19
Burgemeester en Wethouders
van ’s-Gravenhage,
J. PATIJN.
De Secretaris,
TER PELKWIJK.
Meer werd gevorderd voor:
Art. I. „Exploitatiekosten”, rond f 58.300,hoofdzakelijk als
gevolg van meerdere kosten aan salarissen, geneesmiddelen,
duinwater, electrisch licht en drijfkracht en bewassching, zulks
in verband met de verpleging van een groot aantal Roodvonk-
patiënten. Ondanks dit grooter aantal patiënten zijn de kosten
aan voedingsmiddelen, gasverbruik en brandstoffen beneden die
van 1925 gebleven.
Art. VI. „Afschrijving”, rond f 19.200,hoofdzakelijk het
gevolg van te lage afschrijving sedert 1920 op de barakken
Houtrust. De niet plaats gehad hebbende afschrijvingen over de
jaren 1920 t/m 1925 zijn ten laste van 1926 gebracht.
Art. VIL „Oninbare Posten”, rond f 100,
Art. VIII. „Onvoorzien”, f 1.000,
Minder werd gevorderd voor:
Art. II. „Huur van Gebouwen”, rond f 400,
Art. III. „Onderhoudskosten”, rond f 10.000,uitsluitend
wegens mindere onderhoudskosten aan de gebouwen.
Art. IV. „Algemeene Onkosten”, rond f 24.750,—, hoofd
zakelijk door vermindering der bijdrage in de kosten van pen-
sionneering.
Art. V. „Renten”, rond f 2.000,—.
Art. IX. „Rente van Kasgeld”, rond f 8.000,als gevolg
van mindere behoefte aan kasgelden.
De gemiddelde kostprijs per verpleegdag (inclusief renten en
afschrijvingen) daalde van f 7,67 in 1925 tot f 6,9582 in 1926.
Zonder renten en afschrijvingen bedragen deze cijfers resp.
f 6,537 en f 5,9142.
Het kapitaal vermeerderde door uitbreiding met rond
f 78.200,— en verminderde door aflossing met rond f 173.200,
VERSLAG GEMEENTEZIEKENHUIZEN.