Bijlage 23
VERSLAG van den Gemeentelijken Geneeskundigen
Dienst te ’s-Gravenhage over het dienstjaar 1926.
deelte. Rood-
vonk-epidemie.
In het midden der belangstelling voor den dienst stond dit Algemeen g-e-
jaar het roodvonk, welke ziekte reeds het jaar te voren neiging
tot uitbreiding had vertoond en thans, met name in het tweede
halfjaar, al krachtiger het hoofd op ging steken, zoodat het
treffen van bijzondere maatregelen niet kon worden omgaan.
Hiertoe is de in gebruikname van achtereenvolgens drie scho
len te rekenen, die door den dienst der Gem. Ziekenhuizen
werden ingericht, ten einde aldus tegemoet te komen aan den
eisch van isolatie, waartoe bij de bestaande gekompliceerde
maatschappelijke verhoudingen de verplichting van het „ken
merk” onvermijdelijk drijft.
Desondanks heeft de stelselmatige afzondering in nosoco-
mio, te weten tot meer dan driekwart der aangegeven gevallen,
gepaard aan een onderzoek op vervelling en ontstoken neuzen
bij schoolkinderen, die door bespreking met de medici werd ge
volgd, niet merkbaar het tegengaan dei* verspreiding beïnvloed.
Zoodat er ten slotte alle aanleiding bestond om, waar eenerzijds
de kosten al hooger liepen, anderzijds het karakter der epide
mie goedaardig bleef, op de diskongruentie als een gevolg der
vigeerende bepalingen de aandacht van het betrokken Staats
toezicht te vestigen; hopende aldus te komen tot een bespoe
digde behandeling van het desbetreffende Ontwerp van Wet,
dat voor een soepeler werkmethode de mogelijkheid opent.
Dit beroep nu is niet tevergeefs gedaan. En zoo past hier
een woord van dank aan den Voorzitter van den Gezondheids
raad, die gelegenheid gaf het goed recht eener mildere toepas
sing in Kommissie te bepleiten en de poging om uit de bepa
lingen der oude Wet uit te komen bij de Regeering heeft
gesteund.
Intusschen kwam ook de aktieve immuniseering tegen de