23 6 1143 323 1128 961 Postendienst. Chirurgische gevallen waaronder: Open wonden Kneuzingen en verstuikingen Beenbreuken 750 337 250 6882 976 244 12936 1578 Van den aard der hulpverleening geeft eindelijk het vol gende staatje een overzicht: Ter plaatse al of niet in de eigen woning behandeld zonder meer Ter plaatse behandeld en overgebracht naar de eigen woning Ter plaatse voorloopig behandeld, overgebracht naar den Centralen Post en aldaar verder behandeld, c.q. over gebracht naar de eigen woning Ter plaatse voorloopig behandeld, overgebracht naar een der Hoofdposten in de Ziekenhuizen of naar het ge sticht „Oud Rosenburg” Ten slotte bleek in 88 gevallen de getroffene bij aankomst overleden te zijn. In de posten werd 14346 maal hulp verleend en wel in den Centralen Post 6002 maal, in de verschillende Hoofd- en Hulp posten 8344 maal. Te zamen 14346 of 466 meer dan in 1925. Een vermindering tot een aantal van 521 gevallen voor wat den Cen tralen Post betreft, terwijl een vermeerdering van 987 gevallen voor rekening van de Hoofd- en Hulpposten komt. Verdeeld naar de uren van het etmaal deden zich 4598 ge vallen voor in den voormiddag, 6637 in den namiddag, 2802 in den avond en 311 gedurende den nacht. De hulpverleening betrof daarbij 7843 maal mannen, 3212 maal vrouwen en 3341 maal kinderen onder de twaalf jaar. De meeste gevallen deden zich voor in de maand Augustus, n.l. 1454, de minste in Februari, n.l. 942 gevallen. Het aantal ongevallen door straatverkeer bedroeg 1983 of 105 minder dan in 1925, door bedrijf sar beid 2405 of 72 meer dan het jaar tevoren. Onder de laatste -waren 845 Rijksverzekerings- bank-gevallen. Van de 14346 geholpen personen verkeerden met zekerheid 6 onder den invloed van alkoholischen drank. Voor den aard der gevallen behandeld door den uitrukkenden dienst en door den postendienst vergelijke men den hier volgen den staat: VERSLAG GEMEENTELIJKE GENEESKUNDIGE DIENST. Posten dienst: Uitrukkende dienst:

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1926 | | pagina 624