23 21 eenige jaren er toe gekomen de afwikkeling hiervan meer te centraliseeren. Zoo werden, om te beginnen, alle aanvragen ten dienste van op vrije geneeskundige behandeling rechthebbende personen in dienst der Gemeente en voorts de mondvoorzieningen ten behoeve van on- en minvermogenden, na voorafgaand onder zoek door den betrokken afdeelings-geneeskundige, al of niet ondersteund door specialistisch advies, alsnog door den direkteur op de noodzakelijkheid van verstrekking onderzocht, hetgeen evenzoo het geval is met de bijzondere apparaten, die hetzij met dan wel zonder tusschenkomst van het Gem. Ziekenhuis voor verstrekking van Gemeentewege in aanmerking komen. In den regel kon met de in eerste instantie genomen beslissing akkoord worden gegaan. Nochtans bleek voor bepaalde gevallen noodig zekere beperkingen te stellen, zulks ter vermijding van onnoodig kostbare bewerkingen, hetgeen i.c. des te meer van belang is te achten, waar met de verstrekking somwijlen vrij belangrijke bedragen gemoeid zijn. Wat betreft het aantal kunstgebitten, zoo werd gunstig ge adviseerd op 136 aanvragen tegen 108 in het vorig jaar, waarvan 14 ten behoeve van personen in dienst der Gemeente en 122 op voordracht van den Dienst voor Maatschappelijk Hulpbetoon. Waar het hierbij uit den aard der zaak om meer algemeene Hygiënisch- verrichtingen op het gebied der Volksgezondheid gaat, volgen sanitaire ver- eerst eenige sterftegegevens. richtingen. Deze bevestigen den gunstigen roep, die van onze Gemeente Sterfteverhou- uitgaat, wederom volkomen. De sterfte in haar geheel bedroeg dingen, toch over 1926 slechts 9,- per duizend bewoners tegen 9,8 voor het Rijk. Ook de zuigelingensterfte vertoont zeer gunstige verhou dingen. Ze beantwoordt aan het cijfer 40,9 tegen 61,1 voor het Rijk. Bij vergelijking dezer cijfers met die van vorige jaren is in aanmerking te nemen, dat ditmaal voor het eerst de kinderen, die bij de geboorte leefden doch vóór de aangifte overleden, bij de overledenen zijn medegeteld. De officieele doodschouw, neventaak voor de z.g. kontrolee- Doodschouw. rende geneeskundigen, die daartoe afzonderlijk beëedigd zijn, wordt uitsluitend verricht op uitnoodiging der Politie. In het afgeloopen jaar vond zij 30 maal plaats, eenzelfde aantal als voor 1925. De oorzaak van den dood moest worden toegeschreven aan verdrinking 11, hartverlamming 9, ophanging 2, gasverstikking 1, vermorzeling 1, onbekende oorzaak 6 gevallen. VERSLAG GEMEENTELIJKE GENEESKUNDIGE DIENST.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1926 | | pagina 639