23 27 de verkregen resultaten bezien en in verband met de roodvonk- immuniseering, die nu volgen moest, het noodige bespreken. Dat deze waardevolle medewerking ons zeer sympathiek was, behoeft geen betoog; terwijl wij ook nog de daadwerkelijke be langstelling van den geneesk. Insp. Dr. D. J. Hulshoff Pol memoreeren, die zich, voor de nieuwe inentingen gaarne alle moeite geeft. Tot het einde van het verslagjaar hadden tusschen de veertig en vijftig kinderen het drietal inentingen tegen roodvonk onder gaan, terwijl voorts een goede tachtig voor de eerste of tweede maal waren behandeld. Loopen we vooruit op hetgeen de ervaring ons tot op einde Maart in meerdere honderden gevallen leerde, dan kunnen we niets dan gunstigs getuigen. Hoe het met de verkregen immuniteit zal blijken te zijn moet de ervaring hier en elders natuurlijk nog leeren; maar bezwaren tegen de inenting op zichzelf zijn er praktisch niet. Dat staat wel vast. Door de ervaring geleid laten we de diagnostische inenting van Dick thans achterwege en nemen diensvolgens onze eerste dosis voorzichtigheidshalve kleiner dan het algemeen voor schrift, vooral waar het personen geldt van bereids boven 13 a 14 jaar. Over dit een en ander hopen wij ons in het volgende jaarverslag nader uit te spreken; voor ditmaal dan nu van roodvonk genoeg. Nog zijn in 1926 aangegeven: 3 gevallen van brospinalis epidemica, 4 van poliomyolitis anterior acuta, 3 van encephalitis lethargica en 2 gevallen van pokken, van welke laatste ziekte, waarover hieronder nog een en ander volgt, vier gevallen werden waargenomen. Het tragisch lot van den jongen, stoeren, Z.-Afrikaanschen Pokken, student, die op eene rondreis door Europa, aan zijne uit Enge land, mogelijk ook uit Frankrijk medegebrachte pokkenbesmet ting alhier overleed, zal menigeen nog in het geheugen liggen. Hieraan aansluitende deden zich nog twee lichte gevallen voor, beide bij gevaccineerde personen, terwijl van het vierde, eveneens zeer lichte geval geen verband met de drie vorige was aan te toonen. Dat er in dien tijd extra werd ingeënt, is te begrijpen. Jammer genoeg heeft toen de G.G.D. en, ni fallor, ook het Gemeente ziekenhuis ervaren, wat men later in Maastricht in nog erger mate ondervond, dat de van Rijkswege verstrekte of goedge keurde koepokstof te virulent was. Naast de 4 pokkengevallen worden hier nog even zoovele meningitis cere- Andere ziekten, met name in de Wet genoemd. VERSLAG GEMEENTELIJKE GENEESKUNDIGE DIENST.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1926 | | pagina 645