24
2
Besmettelflke
ziekten.
éénmaal te onderzoeken, maakt steeds vorderingen en de ouders
blijken het dan ook zeer op prijs te stellen. Een groot gedeelte
der kinderen toch krijgt geen voeling met het Gemeentelijk Bu
reau voor Beroepskeuze, dat ook geregeld de bezoekers naar den
Schoolartsendienst zendt, en gaat evenmin de Ambachtsscholen
bezoeken, zoodat zonder eenigen maatregel onzerzijds vele kin
deren de school zouden verlaten zonder een laatsten raad te
hebben medegekregen.
De besmettelijke ziekten zijn, wat betreft diphtherie, in 1926
wel verminderd. De cijfers der aangegeven gevallen bedroegen
in 1924: 175, in 1925 322, in 1926: 261. Het verloop der roodvonk
echter was in 1924: 796. in 1925 922, in 1926: 1966. En dit betreft
alleen de aangegeven gevallen. Ongetwijfeld zijn er vele uiterst
lichte gevallen, waarbij typische verschijnselen ontbraken, over
het hoofd gezien. Gelukkigerwijze blijft het karakter der epi
demie zeer goedaardig, maar de meening, die ik in mijn vorig
jaarverslag uitte, dat wij op de mordibiteit van dergeljjke be
smettelijke ziekten weinig of geen invloed kunnen uitoefenen,
moet ik handhaven.
Andere besmettelijke ziekten zijn in verontrustende mate niet
voorgekomen.
Sluiting van scholen of klassen geschiedt meestal te laat,
zoodat het effect van dezen maatregel dikwijls illusoir is. Het is
verschillende malen gebeurd, dat kinderen met alle teekenen van
roodvonk op ons bureau kwamen, en evenzeer tal van kinderen,
die blijkens de vervellingen aan de handen kort geleden de ziekte
hadden gehad en dus evenzeer als de eerste groep tijdelijk naar
huis gezonden werden.
Het lijkt mij ondoenlijk, zooals wel eens is voorgesteld, van
elk kind, dat de school bezoekt, een volledig overzicht aan te
leggen van alle besmettelijke kinderziekten, die het heeft gehad.
De graad van ontwikkeling der moeders leent zich daar niet toe,
zoodat verkeerde opgaven niet kunnen uitblijven.
Eén practische maatregel kan ik nog aanbevelen. Het lijkt
mij van groot belang, dat de Gemeente haar aandacht er op
vestige, dat, ook op de oude scholen, het stelsel van het drinken
uit gemeenschappelijke bekers zoo spoedig mogelijk worde afge
schaft. De nieuwerwetsche drinkfonteintjes zijn toch niet zoo
moeilijk aan te brengen.
De strijd tegen de besmettelijke haarziekten en de pediculosis
blijft, dank zij de toewijding der schoolzusters, met volle kracht
doorgaan. Ook de medewerking van het onderwijzend personeel
kan ik slechts roemen. Gevallen van weigerachtigheid der ouders
worden steeds zeldzamer.
VERSLAG GEMEENTELIJKE SCHOOLARTSENDIENST.