26 12 Melkcontróle- station. koopers, bleken 4,8 mastitis streptococeen te bevatten (tegen 5,1 in 1925). Bovendien wordt in het bijzonder gedurende de wintermaanden, dus ten tijde, dat het vee op stal staat, de melk bemonsterd, welke aan inrichtingen en grossiers in melk wordt geleverd. Dit aantal monsters bedroeg 6892. Van deze monsters, dus van de door melkveehouders geleverde melk, bleken 5,8 bedeeld met den streptococcus mastitidis, terwijl aan 166 melk veehouders een schriftelijke waarschuwing te dier zake is toe gezonden. Ook de reinheid der door melkveehouders afgeleverde melk werd regelmatig gecontroleerd; zij bleek vaak geheel onvol doende. Onzindelijk gewonnen melk, d.w.z. melk met zichtbare hoeveelheden koemest, huidschilfers, haren enz., wordt, zoo zij door melkveehouders wordt afgeleverd, in den regel voor menschelijk gebruik ongeschikt gemaakt, omdat het om redenen in het vorige jaarverslag vermeld, niet altijd mogelijk is tegen den betrokkene proces-verbaal op te maken. Wordt de onreine melk door melkslijters verkocht, dan wordt tegen hen proces verbaal opgemaakt. Wegens het verkoopen van onreine melk is tegen 7 slijters proces-verbaal opgemaakt, en wel tegen 4, wonende te ’s-Graven- hage, één te Delft, één te Gouda en één te Moordrecht, terwijl aan 22 slijters een seh rif telijke waarschuwing is gezonden. Voorts zijn talrijke partijen melk door veehouders geleverd ongeschikt gemaakt voor menschelijk gebruik. Met voldoening kan worden vermeld, dat dit jaar hier ter stede z.g. melkcontróle-bureaux zijn opgericht, bureaux, welke door den melkhandel zijn gesticht met het doel zelf controle uit te oefenen op de door veehouders geleverde melk. Deze bureaux trachten in samenwerking met den Keuringsdienst het daarheen te leiden, dat de melkhandel een zoo goed mogelijk product ont vangt. Men zal door verschillende maatregelen, o.a. door het toekennen van premies, alsmede door opvoeding en voorlichting, de hygiënische misstanden, welke op vele boerderijen heerschen, trachten te verbeteren. Waar thans dus voor melkverkoopers gelegenheid bestaat tegen een kleine vergoeding zich bij een melkcontróle-station aan te sluiten, daar is er niets onbillijks in gelegen, de slijters, welke geen geregeld toezicht op de door hen ontvangen melk laten uitoefenen, aansprakelijk te stellen voor de melk, welke zij in den handel brengen. Verordening vet- Art. 2, lid 2, van het Melkbesluit, S. 1925, n°. 256, bevat de gehalte melk, eischen, waaraan melk moet voldoen. Een eisch voor het vet gehalte der melk komt daarin niet voor, omdat het moeilijk is voor het geheele land één minimum-vetgrens vast te stellen. VERSLAG VAN DEN KEURINGSDIENST VAN WAREN.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1926 | | pagina 674