27 6 f 790.000,— Te zamen Het zou aangenaam geweest zijn, indien eveneens een een voudig beeld had kunnen worden gegeven van het verloop der kosten in die twintigjarige periode. Hiervan moest evenwel worden afgezien, omdat met vroegere jaren uiterst bezwaar lijk in vergelijking kan worden getreden wegens de intusschen zeer gewijzigde loon- en salarisverhoudingen, de invoering van bedrijfsboekhouding in 1919 en zoovele andere omstandigheden, die een juiste vergelijking in den weg staan. Wel moge met eenige voldoening gewezen worden op het feit, dat ondanks de voornoemde uitbreiding der werkzaamheden en ondanks de ten laste van den dienst komende rente en aflossing van het vastgelegd kapitaal, de bruto-uitgaven ten bedrage van f 2.670.000,na eenige stijging gedurende de overgangsperiode tot volledige autotractie, in het afgeloopen jaar konden worden teruggebracht tot het peil van 1921, zijnde het jaar waarin de tegenwoordige loonregeling haar beslag kreeg en de automobili- seering voortgang had; alzoo een vermindering der kosten van f 0,46 per inwoner. Met de beschikking over het nieuwe materieel, werkende in een aan den plaatselijken toestand aanpassende organisatie, mag de uitvoering van den dienst voorshands geacht worden te staan op behoorlijk peil en te voldoen aan redelijke eischen, al is met de bezuiniging wellicht iets verder gegaan dan strikt genomen wel toelaatbaar was en al blijft veel nog voor verdere ontwik keling vatbaar. Moge het bij een terugblik na een 25-jarige periode gegeven zijn tevens te kunnen vermelden de totstand koming van al datgene wat thans nog ontbreekt aan een Reini gingsdienst onze schoone stad waardig. COMMISSIE VAN BIJSTAND. Het lid der Commissie, de heer R. P. M. Peters werd in September vervangen door den heer Mr. D. J. I. van den Oever. Overigens kwam in de samenstelling der Commissie geen wijziging. De Commissie bestond op 31 December uit den heer Wet houder F. N. V. Quant als voorzitter en de heeren J. J. van Langen, C. Vrolijk Jzn., P. J. van Beijeren en Mr. D. J. I. van den Oever als leden, terwijl als secretaris werkzaam bleef de heer Mr. Dr. J. H. Labberton, Referendaris ter Gemeente secretarie. Voor bovengenoemde inrichtingen werd besteed een kapitaal ad rond Voor de aanschaffing van nieuw auto-materieel werd uitgegeven rond1.000.000, f 1.790.000,— VERSLAG GEM. REINIGINGS- EN ONTSMETTINGSDIENST.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1926 | | pagina 718