27 9 der Rijksver zekeringsbank wegens onge vallen. In het totaal aantal ziektedagen zijn begrepen 1226 (1337) dagen ten gevolge van 82 (93) ongevallen. Aangegeven werden 146 (166) ongevallen, waarvan 5 (4) door de Rijksverzekeringsbank niet als ongeval zijn beschouwd. In de overige 141 (162) gevallen hebben de getroffenen in 59 (69) gevallen het werk niet gestaakt. Van de 141 (162) aangegeven en door de Rijksverzekeringsbank erkende ongevallen betroffen 36 (55) het vaste personeel der vuilverbranding met een totaal van 205 (230'/2) dagen en 2 (5) losse werklieden, waarvan 1 (4) bij den Reinigingsdienst en 1 (1) bij de Vuilverbranding met een totaal van respectievelijk 0 (1) en 14 (0) dagen. In 59 (80) gevallen heeft genoemde Bank alleen schadeloos- Uitkeeringen stelling voor genees- en heelkundige behandeling toegekend; in 75 (75) gevallen bovendien een tijdelijke uitkeering en in 5 (5) gevallen een tijdelijke uitkeering en een voorloopige rente. Aan 1 werkman werd 2 maal met tusschenpoozen een voorloopige rente toegekend wegens voortzetting van een hem in 1916 over komen ongeval. Ten aanzien van 1 geval was op 31 December door de Bank nog geen beslissing genomen. Van één werkman werd de voorloopige rente in een vaste rente veranderd, terwijl van 3 werklieden, welke een zoodanige uitkeering genoten hun reeds voor 1926 toegekend, 2 hunner in het genot daarvan bleven en een is vervallen wegens ontslag uit den Gemeentedienst van betrokkene. Aan ziekengeld werd in 1926 betaald f 51.720,37® (f 53.002,59®). Ziekengeld. Hiervan is terugontvangen van de Rijksverzekeringsbank aan uitkeeringen f 6.943.26 (f 7.232,23), zoodat de kosten voor de Gemeente bedroegen f 44.777,11® (f 45.770,36®). In 1926 is aan 6 (9) werklieden een eervolle vermelding met Belooningen. gratificatie van f 50,wegens 25- en aan 2 werklieden een dergelijke onderscheiding eveneens met gratificatie van f 50,— wegens 40-jarigen dienst toegekend. Aan 70 (83) werklieden werd in het geheel 104 (152) maal Straffen, straf opgelegd wegens kleine en 22 (19) maal wegens ernstige vergrijpen. Van de niet ernstige verzuimen betroffen 79 (115) te laat komen. Aan 23 (13) werklieden werd schadevergoeding opgelegd tot Schadevergoe- een gezamenlijk bedrag van f 16,45 (f 19,38). dingen. Het totaal bedrag der opgelegde boeten was f 37,48 (f 47,39); het aantal uren strafdienst bedroeg 17'/2 (22/2); het aantal uren, waarover loon is ingehouden 20% (28). Aan 41 (38) werklieden werd in 55 (48) gevallen met toepas- Voorwaardeljjke sing van artikel 50 van het Werkliedenreglement een voor- strafoplegging, waardelijke straf opgelegd. In 18 (18) gevallen werd in verband PERSONEEL.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1926 | | pagina 721