27
15
1
sneeuwruiming.
1917
1918
1919
1920
1921
4.742,92=
7.819,70=
25.776,61=
556,57
338,15
10.066,82
50.533,43=
34.141,805
33.421,31
31.263,64
Aantal, ingerieht
volgens het
nieuwe systeem.
1922 f
1923
1924
1925
1926
1922
1923
1924
1925
1926
de sneeuwruimers
en materieel
voor sneeuw-
opruiming.
497 kaarten.
1000
2000
2025
3000
bleef in
Afgebroken werden 1 urinoir voor 1 persoon en 1 voor 2 Afgebroken,
personen.
Volgens het nieuwe systeem zijn thans ingericht:
8 (8) urinoirs, ingericht voor 1 persoon;
2 personen;
3
4
6
64 (56)
(1) urinoir,
1 (1)
2 (2) urinoirs,
SNEEUWRUIMING.
Behoudens op 14 Januari kwam dit jaar geen sneeuwval van Sneeuwval
beteekenis voor. Bij de opruiming der sneeuw, welke in verband
met daaropvolgenden vorst geruimen tijd duurde, bewezen de
zand- en zoutstrooimachines en de auto-sneeuwploegen, zoomede
de in transportauto’s omgebouwde sproeiwagens goede diensten.
De straatmakers van Gemeentewerken, die na den sneeuw
val hun gewone werkzaamheden niet konden verrichten, werden
weder bij de opruiming der sneeuw te werk gesteld.
Het grootste aantal hulpkrachten op een dag voor de sneeuw Hulpkrachten
ruiming in dienst bedroeg (op 20 Januari) 913, waarvan 166 voor het op-
straatmakers, wachtgelders en reservisten. ruimen der
sneeuw.
De uitreiking van sneeuwkaarten geschiedde op dezelfde Sneeuwkaarten.
wijze als in 1925. In eerste instantie werden op 10 en 11 No
vember uitgereikt 2563 kaarten met inbegrip van 85 kaarten
aan wachtgelders en reservisten. Dit aantal steeg, door uit
reiking van een sneeuwkaart aan hen, die na genoemden datum
bij Maatschappelijk Hulpbetoon in ondersteuning kwamen, tot
3000 op het einde van het jaar.
Uitgegeven werden in het jaar:
1032 kaarten.
1849
485
524
713
Het uurloon voor
1926/1927 gehandhaafd op f 0,70 per uur.
De kosten der sneeuwruiming (behalve van zand en zout) Kosten der
bedroegen in:
1917 f
1918
1919
1920
1921
REINIGINGSDIENST.
99
99
99
99
99
99
99
99
99
99
99
99
J»
99
99
het seizoen