27
16
Sproeiseizoen.
12
Aantal sproei
wagens.
Ledigen van
beerputten.
1915
1920
1925
1926
624
521
342
330
1051
759
376
393
f 4.206,57®
6.517,02®
4.954,40
5.048,56
111
83
108
113
155
105
75
70
97
90
1917
1918
1919
1920
1921
1922
1923
1924
1925
1926
SPROEIEN.
Voor den sproeidienst waren aanwezig 17 benzine-motor-
sproeiwagens en 1 eleetrische sproeiwagen (aanspan).
Ook wordt ter aanvulling van het aantal auto-sproeiwagens
zoo noodig nog gebruik gemaakt van de nog aanwezige paarden-
sproeiwagens. Op het eind van het jaar waren nog 9 stuks aan
wezig.
Het sproeiseizoen ving aan 24 Maart en duurde tot 1 Sep
tember. Na dezen datum behoefde nog slechts sporadisch te
worden gesproeid.
Uit onderstaand staatje blijkt in welke mate in de jaren 1917
en met 1926 is gesproeid.
VERZAMELING VAN FAECALIËN.
In dezen dienst werd geen wijziging gebracht.
Hieronder volgt een opgaaf van het aantal geledigde beer
putten, het aantal opgeleverde tenders en de daarvoor ontvangen
bedragen over de jaren 1915, 1920, 1925 en 1926.
83.922 M3.
34.959
89.643
70.625
122.411
70.690
69.412
62.176
82.070
64.403
Aantal sproeida-
gen en water- tot
verbruik. -
I
Gebruik van In den zomer bij droog weer, zoomede in den winter bij droog
chloorealcium. vriezend weer werd, wederom met goed resultaat, een ruim
gebruik gemaakt van chloorealcium. In het geheel werden ver
bruikt 116.966 (131.164) K.G.
VERSLAG GEM. REINIGINGS- EN ONTSMETTINGSDIENST.
Waterverbruik.
Zondagen.
Werkdagen.
JAREN.
Beerputten.
JAREN.
n
•n
Waarvoor
is vergoed.
Aantal
opgeleverde tenders
a 1800 L.