27 37 Het totaal der lasten bleef rond f 49.484,— beneden de raming. Deze mindere lasten zijn het gevolg van de mindere uitgaven op Art. I: Exploitatie Reinigingsdienst rond f 91.245,Art. IVAlgemeene onkosten rond f 1.156,Art. VRenten rond f 15.392,Art. VIII: Onvoorzien rond f 536,terwijl op Art. II: Exploitatie Ontsmettingsdienst rond f 33.889,Art. III: Onderhoudskosten f 21.193,Art. VI: Afschrijvingen rond f 3.763,meer werd uitgegeven dan geraamd was. De meerdere uitgaven op Art. II: Exploitatie Ontsmettings dienst zijn het gevolg van het groot aantal ontsmettingen, in verband met de roodvonk-epidemie; die op Art. III: Onder houdskosten houden verband met het samenvallen van het ver nieuwen van een verbrandingsoven met de 3-jaarlijksche revisie van een anderen oven van de verbrandingsinrichting. De vergoeding door de Gemeente voor de uitvoering van den Reinigings- en Ontsmettingsdienst bedroeg f 2.607.817,65 tegen f 2.584.065,605 over 1925. 1 Burgemeester en Wethouders van ’s-Gravenhage, J. PATIJN. De Secretaris, TER PELKWIJK. VERSLAG GEM. REINIGINGS- EN ONTSMETTINGSDIENST.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1926 | | pagina 748