28
verleend
crediet
een
Commissiën.
Voor het aanschaffen en onderhouden van boeken ten Bibliotheek,
behoeve van de bibliotheek van de scholen voor uitgebreid lager
onderwijs werd uitgegeven f 825,81.
Voor elke school werd daartoe
van f 75,
De leerlingen, die in den loop van 1926 de lagere school ver- Beloouingen en
lieten en ten aanzien van wie aan de bepalingen der Leerplicht- eereblüken.
wet was voldaan, ontvingen, behalve een getuigschrift, een
prijs, bestaande uit daartoe naar keuze van den leerling door
Burgemeester en Wethouders beschikbaar gestelde plaatwerken
„Oud-’s-Gravenhage”, „Schilderijen in de Haagsche Musea”,
„Natuurschoon in en om Den Haag”, „Oud-Scheveningen” en
het boekwerk „Haagsche Liederenbundel”.
üitgereikt werden van de plaatwerken „Oud ’s-Gravenhage”
793 exemplaren, van „Schilderijen in de Haagsche Musea” 709
exemplaren, van „Natuurschoon in en om den Haag” 685 stuks,
van „Oud Scheveningen” 435 stuks en van het boekwerk „Haag
sche Liederenbundel” 769 stuks.
De kosten hiervan bedroegen onderscheidenlijk f 650,26,
f 659,37, f 630,20, f 535,05 en f 645,96. alzoo in totaal f 3.120,84.
In verband met het bepaalde in art. 35 der Leerplicht
wet werden deze plaatwerken en liederenbundels ook ter
beschikking gesteld van de besturen der bijzondere scholen, voor
zoover zij daartoe den wensch te kennen hadden gegeven.
Uitgereikt werden onderscheidenlijk 329, 239, 294, 518 en 394
exemplaren tot een totaal bedrag van f 1.710,63.
De Commissie voor aansluiting van lager- en voortgezet Verschillende
onderwas stelde een nieuw model kaart samen voor het verza
melen van de gegevens betreffende de leerlingen, voor wie toe
lating tot een openbaar gymnasium of hoogere burgerschool
wordt gevraagd. De beantwoording der daarop gestelde vragen
kan tot een meer juist oordeel over bekwaamheid en geschikt
heid der candidaten leiden.
In de maanden Februari en J uni 1926 verzocht de Commissie
aan de hoofden en de onderwijzers (essen) der openbare scholen
voor gewoon lager onderwijs om door de leerlingen van het
hoogste leerjaar bepaalde reken- en taalopgaven te laten maken,
ten einde daardoor gegevens te verkrijgen, welke van nut schij
nen bij de beantwoording van bij de commissie gerezen vragen.
In Maart 1926 verzond de Commissie aan Burgemeester en
Wethouders een schrijven betreffende het onderwijs in de Fran-
sche taal, ter aanvulling van een in November 1925 vervaardig
den staat, die een overzicht gaf van wie wel en wie geen
onderwijs in die taal hadden ontvangen, toen zij in een school
voor voortgezet onderwijs plaats namen.
VERSLAG LAGER ONDERWIJS.