1
By lage
VERSLAG van de samenstelling en de werkzaamheden
van het Gemeentelijk Scheidsgerecht over het jaar 1926.
Op 1 Januari 1926 verstreek de termijn van twee jaren, waar- Samenstelling,
voor de leden en hun plaatsvervangers zitting hadden, zoodat
met ingang van dien datum een benoeming of herbenoeming
moest plaats hebben.
De Gemeenteraad benoemde opnieuw tot Lid-Voorzitter Jhr.
Mr. Rh. Feith en tot plaatsvervangend-lid-Voorzitter Mr. Dr. J.
van Gelein Vitringa.
De Hoofden van takken van Gemeentedienst herkozen tot lid
Ir. W. C. van Manen en Mr. J. Plantenga en tot plaatsvervan
gend-lid H. W. Nicolai, Jhr. Ir. J. Röell en Ir. J. D. Tours. Ter
voorziening in de door het bedanken van het plaatsvervangend-
lid Jhr. M. de Jonge ontstane vacature, waarin nog niet was
voorzien, werd benoemd de heer Mr. J. D. Verbroek. De vak-
vereenigingen van ambtenaren en werklieden, die recht hebben
op vertegenwoordiging in de Centrale Commissie van Overleg,
herkozen tot lid J. G. van der Jagt en Ir. S. Lindeman en tot
plaatsvervangend-lid A. H. van Deth, J. van Seggelen en L.
Vermeulen. In de plaats van den heer K. C. Sarton, die zich als
plaatsvervangend-lid niet herkiesbaar stelde, werd gekozen de
heer B. Coltof.
Secretaris was Mr. Dr. J. J. Boasson en plaatsvervangend-
secretaris waren J. van Wijk en Mr. J. Kunst, terwijl de
administratief ambtenaar A. ter Gemeentesecretarie L. J. H.
Knijpers, door Burgemeester en Wethouders daartoe aange
wezen, den secretaris bij de zittingen bijstond.
In het jaar 1926 werden in totaal 11 zittingen gehouden. Be- Werkzaamheden,
handeld werden 21 beroepen, terwijl voorts in 3 gevallen advies
werd uitgebracht, nadat dit op grond van de desbetreffende
bepalingen door Burgemeester en Wethouders was gevraagd.