34
BM lage
INLEIDING.
VERSLAG van den Directeur van den Dienst voor
Kunsten en Wetenschappen over 1926.
Overeenkomstig de algemeene aanschrijving van Uw College
bepaalt mijn verslag zich evenals vorige jaren tot korte vermel
dingen. Waarover ik gaarne méér zou willen zeggen, zijn de
nieuwe aanwinsten onzer verzamelingen. De belangstellende zal
echter in de door mijn Dienst uitgegeven „Mededeelingen” uit
voeriger bespreking der belangrijkste kunnen vinden.
Voorvallen van algemeene beteekenis zijn niet te vermelden.
Ook dit jaar geeft aanleiding tot voldoening; het bezoekcijfer is
belangrijk gestegen bij 1925. Van verschillende zijden wordt
steun en waardeering ondervonden voor den arbeid van dezen
Dienst, hetgeen onzerzijds tot erkentelijkheid noopt.
I. PERSONEEL.
De heer H. W. G. Ras bleef ons zijn volontaire hulp verleenen.
Vooral voor de bibliotheek en de moderne grafische verzameling
maakt hij zich zeer verdienstelijk.
Met 1 Januari 1927 werd aan den concierge aan het Museum
Korte Vijverberg, J. H. Witte, eervol ontslag verleend, waartoe
het bereiken van den daarvoor gestelden leeftijd dwong. Wij
verliezen daarmede een toegewijd, hulpvaardig en vertrouwd
man, die in de 24 jaren van zijn museumdienst een moeilijk te
vervangen figuur geworden was.
Het personeel bestond uit de volgende ambtenaren (op 1 Ja- Sterkte,
nuari 1927):
Algemeene Dienst: 1 directeur en 4 ambtenaren.
Afdeeling Museum Korte Vijverberg: 1 bediende, 1 tijd, be
diende. 2 zaalwachters en 2 zaalwachters-reservisten.
Afdeeling Tijd. Museum voor Moderne Kunst: 1 bediende,
1 zaalwachter en 1 zaalwachter-reservist.
Afdeeling Museum-Bredius: 1 bediende en 1 zaalwachter.
Bovendien zijn aan den Dienst verbonden: 1 werkvrouw en
3 tijd, werkvrouwen.
Bijzondere verloven werden genoten door ondergeteekende Bijzondere ver
voer het voldoen aan een uitnoodiging tot bezoek van een in het loven,
buitenland gevestigden kunstverzamelaar;