34 8 Tentoonstelling. De kleine, te kleine, afdeeling van oost-aziatisch aardewerk konden wij met eenige fraaie voorwerpen vermeerderen. Zoo bezit het museum thans een zeer goed celadon kommetje uit den Soeng-tijd, waarvan vorm, decor en glazuur niets te wenschen overlaten. Een theeschaal uit dezelfde periode heeft als eenig decor het geraamte van een thee-blad op een donker- bruinblauwren grond. Een grooter stuk, mede van de Soeng- dynastie, zoude van de in 1104 overstroomde stad Kiu-liu-siën afkomstig zijn. Het heeft een edelen vorm en een prachtige, roomwitte gecraqueleerde glazuur, waarin resten van de ijzer houdende aarde waarin het eeuwenlang vertoefd heeft, bekoor lijke roodbruine vlekken gevormd hebben. Op het gebied van japansch aardewerk heeft het museum een aantal chaïre’s verworven, aardewerk doosjes met ivoren deksel ter bewaring van de poederthee. Over de aesthetische waarde van deze ceramische meesterstukjes heeft Mr. Gallois in Afl. II van het tweede deel der Mededeelingen geschreven. VI. MUSEUM VOOR MODERNE KUNST, ZEESTRAAT. In dit jaar werd in het Museum voor moderne Kunst de derde gehouden van de tentoonstellingen, die de Vereeniging Kunst aan Allen heeft georganiseerd. De eerste was de Landschaptentoonstelling van 1922, de tweede die van Kinderportretten van 1924, nu volgde het Stil leven. Deze tentoonstelling werd grootendeels door mij en Dr. Knuttel bijeengebracht en ingericht. Dr. Knuttel wijdde er een nummer onzer Mededeelingen aan, waarin men tevens den catalogus vindt. Op het einde van het jaar (7 December 19266 Februari 1927), organiseerden wij in de eerste twee zalen eene tentoonstelling van wat onze Musea bezitten aan belangrijker werken uit de eerste 40 jaar van de vorige eeuw. Zoowel van den Vijverberg als uit het Museum Bredius waren, evenals uit het Raadhuis en het gebouw in de Javastraat schilderijen bijeengebracht. Door deze kleine tentoonstelling werd de aandacht gevestigd op een door de belangstelling vrijwel verwaarloosd tijdperk. Menig schilderij, dat sedert vele jaren opgeborgen was geweest, kwam daarbij aan het licht en vond nieuwe waardeering. Vooral de schilder P. G. van Os maakte indruk. Zoo ook een werkje van Schelfhout van 1806, waarschijnlijk het vroegste schilderijtje van dezen meester. Tegelijkertijd werd in het anders voor Toorop en v. Konijnen burg bestemde kabinet, de collectie schilderijen geëxposeerd, door VERSLAG DIENST VOOR KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1926 | | pagina 957