2
3
nog grooter aantal stukken der volgende 9 jaren zal stellig ook
in 1928 niet voltooid kunnen worden.
Door den Rijksarchivaris, belast met het toezicht op de in
bruikleen gehouden Rijksarchieven, werd aangedrongen op defi
nitieve inventariseering van het notarieel archief, omdat daar
door alle notarieele archieven in Zuid-Holland beschreven zouden
zijn. In de maand April werd dit omvangrijke werk ter hand
genomen en aan het einde van het jaar was ongeveer de helft
geheel gereed. Het notarieel archief telt ongeveer 6700 deelen
en de nauwkeurige beschrijving vordert dus veel tijd.
De archieven van de vrede- en kantongerechten van ’s-Gra-
venhage en Voorburg van 1811 tot 1838 werden geheel geïnven
tariseerd en materieel verzorgd. De kortgeleden van het Rijk
in bruikleen ontvangen archieven van de rechtbanken van
politie, eersten aanleg en koophandel werden er bijgevoegd,
terwijl de inventaris werd getypt en ter beschikking van de
bezoekers gesteld.
In het rechterlijk archief van vóór 1811 werden de trouw-
leggers ingevoegd, wat een vernummering van het daarachter
volgende gedeelte noodig maakte.
De kerkelijke registers werden van definitieve gedrukte num
mers voorzien, de inventaris werd afgesloten, getypt en op de
leeszaal geplaatst.
Aan de ordening van het Weeskamerarchief werd voortge
werkt. Er werden 326 boedels behandeld, loopend van no. 1799
Maritge Jansdr. tot no. 2125 Pieter Jacobss.
Het archief der Teekenacademie werd geheel geordend en
beschreven; ook hiervan is thans de inventaris beschikbaar.
Het archief der voormalige gemeente Loosduinen, voor zoo
ver thans reeds overgenomen, werd geïnventariseerd.
In den loop van het jaar werden alle archieven, behalve
natuurlijk die, welke juist in bewerking waren, gecontroleerd om
na te gaan of alle stukken op hun plaats stonden. Een dergelijke,
hoogst nuttige controle zal voortaan elk jaar herhaald worden.
De klappers vorderden wederom aanmerkelijk. Die op de
notarieele protocollen werd met ongeveer 4000 fiches uitgebreid.
In den loop van het jaar werd nagegaan of niet een systeem
te vinden zou zijn, waardoor deze klapper sneller zou vorderen
en toch niet aan bruikbaarheid zou inboeten. Hiervoor werden
uitgebreide proefnemingen gedaan en aan het einde van het jaar
kon tot een naar te rekenen valt verbeterd systeem besloten
worden.
De klapper op het begraven werd over de jaren 1714, 1715,
1769, 1770, 1771, 1775 en 1802 uitgebreid, waarvoor ongeveer 5300
VERSLAG ARCHIEF DER GEMEENTE.