2
8
af, waarop eenige bloemen zijn afgebeeld, waarin de portretten
der in den Franschen tijd in ballingschap levende leden van het
Huis van Oranje zijn verborgen, terwijl Mej. A. J. Ooninck
Liefstingh een verzameling portretten uit het midden der 19e
eeuw ter beschikking stelde om daaruit de voor onze verzame
ling belangrijke uit te zoeken.
De verzameling prentbriefkaarten in het bijzonder werd zeer
uitgebreid. Van ongeveer 1500 stuks werd ze op 3200 stuks ge
bracht. Hierdoor is met uiterst geringe geldelijke offers een
belangrijke topografische verzameling verkregen, die nu natuur
lijk verder bijgehouden zal moeten worden.
Ook de letterkundige verzameling blijft geregeld aangroeien,
zij het natuurlijk niet meer in zoo snel tempo als alleen de eerste
jaren van haar bestaan mogelijk was. De belangrijkste aanwinst
was zeker de collectie Loffelt door den Heer Ir. A. de Groot te
Amsterdam geschonken. De Heer A. C. Loffelt, die vele jaren
hier ter stede een gezien en invloedrijk criticus van letterkundige
en beeldende kunst geweest is, heeft uiteraard veel met kunste
naars gecorrespondeerd. De door hem ontvangen brieven van
letterkundigen werden nu in onze verzameling ingevoegd, terwijl
vele kritieken, brochures, krantenberichten e.d. op litterair ge
bied tot een afzonderlijk geheel werden samengebracht.
De Heer K. I. B. A. de Coster schonk een handschrift van
Hasebroek en een merkwaardig door Herman Heijermans samen
gesteld handelsprospectus, Mej. Ida Heijermans te Rotterdam
eenige contracten betreffende H. Heijermans Sr., interessante
voorbeelden van uitgeverscontracten 60 jaren geleden. Mevrouw
Helène Swarth vulde haar dossier aan met het handschrift van
een harer dichtbundels, de Heer L. Simons stond ook een ma
nuscript van eigen werk af, terwijl Mevrouw W. Wijnaendts
Francken-Dyserinck zeer belangrijke stukken betreffende Dr.
Joh. Dyserinck schonk. Vermelding verdient ten slotte, al kun
nen ook hier niet alle gevers, wien wij dank schuldig zijn, ge
noemd worden, dat de Heer H. Vogel, die onze verzameling al
zoo herhaaldelijk bedacht, een groot aantal welgeordende
stukken van litterairen aard aanbood.
Dr. J. F. M. Sterck te Aerdenhout vulde zijn hoogst belangrijk
bruikleen betreffende Bilderdijk, dat in de tentoonstellingszaal
opgesteld bleef, aan met twee zeldzame bronzen penningen en
een miniatuurdoosje. In dit verband kan vermeld worden, dat
de onderhandelingen, die ik met Uw toestemming voerde om te
verkrijgen, dat het Bilderdijkmuseum naar Den Haag zou over
gebracht worden, nog niet tot een resultaat voerden.
Ten behoeve der verzameling van brieven en stukken betref-
VERSLAG ARCHIEF DER GEMEENTE.