43 3 Deze steunregeling was als volgt: üitgetrokkenen dat zijn zij, voor wie uitkeering uit een werkloozenkas voor het loopende kalenderjaar of kalenderhalf- jaar eindigde, alsmede zij, die niet voor uitkeering uit de werk loozenkas in aanmerking kwamen door de omstandigheid, dat zij gedurende 3 of 4 achtereenvolgende jaren over het in het reglement der kas bepaalde maximum aantal dagen uitkeering ontvangen hadden of doordat zij na het tijdstip, waarop zij in een kalenderjaar of kalenderhalfjaar uitgetrokken waren, een door het reglement der werkloozenkas bepaald aantal weken moesten wachten of werken in het bedrijf kwamen in onder steuning volgens onderstaand tarief: 1. kostwinners f 13,50 per week, benevens f 1,50 per week per gezinslid boven 2 personen, tot een totaal-maximum van f 21, 2. kostgangers f 10,— per week. Van de inkomsten van werkloozen en eventueel van hun gezin werd 2/3 in mindering gebracht op den steun, behoudens dat vermindering van steun niet plaats had, wanneer de in komsten verkregen werden door uit werken gaan van echtge- nooten van werkloozen uit gezinnen met één of meer kinderen, voorzoover deze inkomsten een bedrag van f 5,per week niet te boven gingen. Bijslagen werden toegekend in gevallen van hooge huishuur; ook is aan kostwinners in den winter een brandstofbijslag in natura verstrekt. De betrokkenen moesten op het tijdstip hunner steunaan vraag gedurende ten minste één jaar inwoner van de Ge meente zijn. Wie gedurende twee jaren geen of bijna geen werk hadden verricht in eigen beroep, werden van de regeling uit gesloten. Steunbedragen van minder dan f 3,per week werden niet toegekend. De vaststelling van de steunbedragen dezer steunregeling (de toekenning van bijslagen op kasuitkeeringen inbegrepen) in individueele gevallen berust bij het Bestuur van Maatschap pelijk Hulpbetoon, terwijl een commissie uit de vakcentrales aan het Bestuur advies uitbrengt in gevallen, waarin vakver- eeni gingen tegen een door het Bestuur genomen beslissing bezwaar hebben. De steunverleening geschiedde door bemidde ling van de vakvereenigingen. Niet tegen werkloosheid verzekerden en zij, die lid eener kas waren, maar ten aanzien daarvan nog niet trekgerechtigd alsmede zij, die ingevolge de aangeduide bijzondere beperkingen van de steunregeling waren uitgesloten werden door Maat schappelijk Hulpbetoon als armlastigen gesteund. VERSLAG DER WERKLOOSHEIDSVERZEKERING, ENZ.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1927 | | pagina 1069