43 4 Emigratie. Bestrijding der werkloosheid. Werkverschaf fing. Voor werkloos overheids- en semi-overheidspersoneel golden bijzondere regelingen. In totaal werd over het jaar 1927 aan werkloozensteun uit betaald: a. f 448.634,36 (waaronder extra-steun, noodvoorzieningen, waarde van brandstofverstrekkingen) door bemiddeling der vak vereeni gingen, in welk bedrag niet is begrepen de bijslag op kasuitkeeringen, doch wel de steun aan werkloos overheids- en semi-overheidspersoneel; b. f 315.092,45 (extra-steun en noodvoorzieningen buiten be schouwing gelaten) niet door bemiddeling der vakvereeni- gingen. In het jaar 1927 had evenals in het voorafgaande jaar werk verschaffing plaats voor geschoolde arbeiders in eigen vak, vermeld onder 1 en 2, en voor werkloozen uit andere vakken dan die van het verschafte werk, vermeld onder 3 t/m 14 van het op blz. 9 opgenomen overzicht. De kosten van deze werkver schaffingen kwamen geheel voor rekening der Gemeente, be houdens dat die van de werkverschaffing in Overijssel (13) door Rijk en Gemeente, ieder voor de helft, werden betaald. Van het door den Gemeenteraad in zijn vergadering van 15 Februari 1924 ten behoeve van emigratie beschikbaar ge stelde bedrag van f 60.00(1,— werd in 1927 f 2.940,besteed voor 8 personen, van wie 6 naar de Vereenigde Staten, 1 naar Ca nada en 1 naar Ned. Oost-Indië emigreerden. Bij besluit van Burgemeester en Wethouders van 19 Maart 1926 werd een commissie in het leven geroepen ter instelling van een onderzoek naar den toestand van het Scheveningsche visscherijbedrijf. Blijkens het op 26 Maart 1927 uitgebrachte rapport gaf een meerderheid van deze commissie bestaande uit 6 leden ter bevordering van de welvaart van het vis scherijbedrijf in overweging over te gaan tot een stelsel van rentedragende voorschotten ten behoeve van den verbouw van zeilloggers in motorloggers, waarbij alsdan ware af te zien van een subsidiëering der treilvisseherij, als vroeger werd toege past. Een minderheid der commissie bestaande uit 3 leden gaf in overweging geen voorschotten te verstrekken voor ver bouwing van loggers en geen steun meer te verleenen aan de treilvisseherij. Burgemeester en Wethouders ontbonden de commissie op 13 Maart 1928. Zij wezen er daarbij op, dat de omzetting der Scheveningsche visschersvloot van zeilvloot tot motorvloot zich zonder gemeentelijken steun met groote snelheid voltrekt, en gaven in verband daarmede te kennen, dat, naar hun oordeel, VERSLAG DER WERKLOOSHEIDSVERZEKERING, ENZ.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1927 | | pagina 1070