Bylage 9
VERSLAG van de Gemeentelijke Hypotheekbank van
's-Gravenhage over 1927.
In 1927 werden bij de drie hypotheekinstellingen te zamen Algemeene
47 leeningen gesloten tot een gezamenlijk bedrag van f 579.650,— beschouwingen,
ongerekend de overnemingen en de voortzetting van afloopende
posten. Wat de toeneming van het aantal sluitingen betreft (in
1926 waren er in ’t geheel 16) valt op te merken, dat besloten is,
de bij het Rijkshypothekenfonds door aflossing beschikbaar
komende gelden zooveel mogelijk opnieuw te beleggen, ten einde
met het provenu de onvermijdelijke verliezen te dekken; voorts
is aan de gelegenheid om bij de Gemeentelijke Hypotheekbank
hypotheken op erfpacht te sluiten eenige meerdere bekendheid
gegeven.
Ook dit jaar vereisehten verschillende posten van het Rijks
hypothekenfonds vele extra bemoeiingen vanwege de Hypotheek
bank. Bij een tweetal sinds eenige jaren bij de Bank in admini
stratie zijnde exploitaties was aan het einde van 1927 de toe
stand zooveel verbeterd, dat zij, naar het zich liet aanzien, weldra
weder onder beheer van de eigenaren konden worden gesteld.
Daarentegen moesten een paar andere posten door de Bank onder
controle worden genomen.
Executies kwamen bij de Gemeentelijke Hypotheekbank en
het Noodhypothekenfonds niet voor. Bij het Rijkshypotheken
fonds moesten weder twee posten worden geëxecuteerd. De hier
bij geleden verliezen werden voor het grootste deel door de
exploitatiewinst gedekt.
Voor het overige verliep de betaling van rente en aflossing
bevredigend.
De in 1924 getroffen maatregelen om de periodieke aflossing
van de eerste hypotheken over te brengen naar de op dezelfde
onderpanden verstrekte derde hypotheken leidde ook dit jaar
tot eene aanmerkelijke daling van deze „noodhypotheken”.
De gewone rentevoet bleef voor de eerste hypotheken 5!4
en voor de noodhypotheken 5% Bij het Rijkshypothekenfonds
werden, nadat een zekere voorkeur voor het 5 type gebleken